INSTALLATIE VAN HET
APPARAAT
Plaatsing van het apparaat
•
Kies een installatieplaats waar u voldoende ruimte heeft om vaat-
werk in en uit de vaatwasmachine te ruimen.
•
Plaats het apparaat niet in een ruimte waar de temperatuur kan da-
len tot onder 0 °C.
•
Pak het apparaat uit voordat u begint met installatie. Handel hierbij
in overeenstemming met de waarschuwingen op de verpakking.
•
Houd het apparaat bij verplaatsing niet vast aan de deur of het be-
dieningspaneel.
•
Zorg voor voldoende ruimte aan alle kanten van het apparaat, zodat
u vrij toegang heeft tot de vaatwasmachine tijdens het schoonma-
ken.
•
Zorg ervoor dat tijdens het plaatsen van de vaatwasmachine de wa-
teraanvoerslang en de afvoerslang niet worden dichtgeknepen. Zorg
er ook voor dat het apparaat niet op de voedingskabel staat.
•
Zet de vaatwasmachine waterpas met behulp van de verstelbare
voetjes. Een juiste plaatsing van de vaatwasmachine zorgt voor pro-
bleemloos openen en sluiten van de deur.
•
Als de deur van de vaatwasmachine niet goed sluit, controleer dan of
het apparaat stabiel op de grond staat; als dit niet het geval is kunt
u dit bijstellen met behulp van de verstelbare voetjes.
Wateraansluiting
Zorg ervoor dat de waterleidingsinstallatie geschikt is voor de installatie
van de vaatwasmachine. Bovendien raden wij aan om een filter te mon-
teren op het punt waar het water de woning of het huis binnenkomt, om
beschadigingen van het apparaat te voorkomen als gevolg van veront-
reinigingen (zand, klei, roest, etc.) die soms in het water voorkomen;
dit voorkomt ook vergeling en het ontstaan van neerslag na het wassen.
Wateraanvoerslang
Gebruik niet de wateraanvoerslang van de oude vaat-
wasmachine. Gebruik de nieuwe wateraanvoerslang die
is meegeleverd met het apparaat. Spoel de binnenkant
van de slang uit met water voordat u hem aansluit. Sluit
de wateraanvoerslang direct aan op de waterkraan. De
waterdruk in de installatie moet minimaal 0,03 MPa en
maximaal 1 Mpa bedragen. Als de waterdruk hoger is dan
1 MPa moet u voor de vaatwasmachine een drukregelaar
installeren.
Na uitvoering van de aansluiting moet u de kraan volledig
openzetten en de dichtheid controleren.
Uit veiligheidsoverwegingen moet u de wateraanvoerkraan
na iedere afwasbeurt sluiten.
ATTENTIE: In sommige modellen vaat-
wasmachines is het watertoevoersysteem
Aquastop toegepast. Bij toepassing van
Aquastop treedt gevaarlijke druk op. Sluit
de watertoevoer Aquastop niet af. Zorg
ervoor dat hij niet wordt ingepakt of ver-
draaid.
Attentie! Draai uit veiligheidsoverwegin-
gen de kraan na elke afwasbeurt dicht.
- 115 -