Publicité
VOOR EEN GOEDE WERKING VAN HET VOERTUIG
NL
Controleer de motorolie (fig.1-1). Gebruik hoogwaardige reinigingsolie SAE 10W30.
Gebruik verse, schone loodvrije autobenzine met een octaangehalte van tenminste 87.
Voor nadere informatie wordt verwezen naar het bijgevoegde motorhandboek.
Verzeker u ervan dat u de motor uitgezet heeft alvorens brandstof bij te vullen (fig. 1-2). Giet
geen brandstof over indien de motor nog warm is.
Tijdens de inwerkingstelling en werkzaamheden moet de bestuurder altijd op zijn werkplaats
blijven, d.w.z. in de zone tussen de twee stuurstangen zodat hij die beide beet kan pakken.
Verlaten van die plaats kan betekenen dat de bestuurder de macht over het voertuig verliest.
1. Zet het brandstofkraantje open voor de inwerkinstelling
2. Sluit de starterklep wanneer u de hendel van de "choke" activeert
Opmerking: Indien de motor warm is, hoeft de hendel van de "choke" niet geactiveerd te worden.
3. Plaats de gashendel halverwege zijn slag tussen minimum- en maximumsnelheid (fig.3).
4. Zet de schakelaar op aan (ON) (fig. 4).
5. Pak de starthandgreep vast en trek hem met kracht naar buiten (fig. 5). Breng de handgreep van de
starter langzaam in zijn oorspronkelijke stand terug nadat de motor is aangeslagen.
6. Breng de chokehendel terug in zijn oorspronkelijke stand nadat de motor is aangeslagen (fig. 2).
Opmerking: Wacht nadat de motor aangeslagen is ongeveer 1 tot 2 minuten voordat u de machine belast
en laat de motor langzaam warm worden. Op deze wijze kan de olie de verschillende motorelementen
bereiken hetgeen de levensduur van de motor ten goede komt.
1. Er zijn 2 vooruit- en 1 achteruitversnellingen. Zorg er voor wanneer u van versnelling verandert dat de
versnellingshendel goed op zijn plaats zit (fig. 6).
Wanneer u van versnelling verandert en de versnellingshendel zit niet goed op zijn plaats kan
de versnelling uitgeschakeld worden hetgeen bijzonder gevaarlijk is. Forceer niet wanneer
het inschakelen van een versnelling moeilijk is, maar beweeg de hendel van de traktie-
inschakelhendel totdat hij goed op zijn plaats zit.
2. Zet de traktie-inschakelhendel langzaam omlaag en de machine zet zich in werking (fig. 7).
3. Verplaats de gashendel langzaam van lage tot hoge snelheid om de snelheid in te stelen (fig. 3).
4. Trek de zijkoppelingshendel aan de zijkant in de richting die u in wilt gaan om te draaien (fig. 8).
Let vooral op dat u nergens tegen aan rijdt, wanneer u achteruit rijdt.
Verzeker u ervan dat de lading goed aan de laadbak bevestigd is en dat hij niet van de laadbak af
kan vallen tijdens het werk.
Loop tijdens het werk nooit hard maar stel de snelheid in op uw loopsnelheid zodat u altijd zich in
een veilige positie heeft achter het stuur bevindt.
Pag. 32
VOOR HET GEBRUIK
INWERKINGSTELLING
WERKING
(fig. 2).
(fig. 2).
Minitransporter IBT-4000
Publicité
