NL
Veiligheidsinstructies
Uitsluitend coatingmateriaal zoals verfsoorten, lakken, lazuren enz. met een vlam-
●
punt van 21°C en hoger, zonder extra verhitting, spuiten. In Duitsland zijn dat coa-
tingmaterialen in gevarenklasse A II resp. A III, zie verfblik.
In werkplaatsen, die onder de beschermingswet voor gebruik van explosiegevaar-
●
lijke stoffen vallen, mag het apparaat niet worden gebruikt.
Tijdens het spuiten mogen zich in de omgeving geen ontstekingsbronnen zoals
●
open vuur, het roken van sigaretten, sigaren en tabakspijpen, vonken, gloeiend
draad, hete oppervlaktes enz. bevinden.
Geen stoffen spuiten waarvan de gevaren niet bekend zijn.
●
Aanbeveling: Draag bij spuitwerkzaamheden een adembescherming en een
beschermbril.
Let op! Gevaar voor verwonding!
Het spuitpistool nooit op zichzelf, personen of dieren richten.
Tijdens het werken met het W 640-apparaat, zowel binnen als buiten, erop letten,
●
dat geen oplosmiddeldampen van het apparaat worden aangezogen.
Buitenshuis op de windrichting letten. Bij het werken binnenshuis moet voldoende
●
ventilatie voorhanden zijn.
Niet op het apparaat spuiten.
●
Het apparaat nooit kinderen in de hand geven.
●
Opent u het apparaat nooit om zelf reparaties uit te voeren!
●
Met originele WAGNER toebehoren en reserveonderdelen heeft u de garantie, dat
aan alle veiligheidsvoorschriften wordt voldaan.
Verwerkbaar coatingmateriaal
Oplosmiddelhoudende en waterverdunbare lakken, lazuren, grondverf, 2-componenten
lakken, blanke lakken, autolakken, beitsen en houtconserveermiddelen.
Niet-verwerkbaar coatingmateriaal
Muurverf (dispersies) enz. logen en zuurhoudend coatingmateriaal.
Voorbereiden van het coatingmateriaal
Om met het spuitpistool te kunnen worden verwerkt, moet de verf meestal worden ver-
dund. Aanwijzingen voor verdunning om te kunnen spuiten vindt u meestal niet op het
verfblik. Richt u daarom naar de viscositeittabel op de volgende bladzijde (viscositeit =
dikvloeibaarheid van het coatingmateriaal)
17
W 640