6. Inbedrijfstelling
De werkzaamheden in dit hoofdstuk mogen
alleen door een elektromonteur worden uitgevo-
erd.
6.1
Inschakelen van het apparaat
T
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schokken bij beschadigde appa-
raten
Bij gebruik van een beschadigd apparaat bestaat het
gevaar op een elektrische schok.
f Gebruik het apparaat niet wanneer deze schade vertoont.
f Kenmerk het beschadigde apparaat, zodat dit niet door
andere personen gebruikt wordt.
f Verhelp schade onmiddellijk.
f Neem het apparaat evt. buiten bedrijf.
Voorwaarden:
Apparaat is correct geïnstalleerd.
Apparaat is in een correcte toestand.
Er zijn geen pulsstroomgevoelige aardlekschakelaars
(type A) in de stroomopwaartse elektrische installatie.
Alle beveiligingsvoorzieningen (bijvoorbeeld aardlek-
schakelaar en installatieautomaat, beveiligingen) zijn
functioneel en ingeschakeld.
Het apparaat werd overeenkomstig IEC 60364-6 als-
mede de overeenkomstige nationale voorschriften (bijv.
DIN VDE 0100-600 in Duitsland) bij de eerste inbedrijf-
stelling gecontroleerd.
Î "6.2 Apparaat controleren"
f Schakel de voedingsspanning in.
9
De led op de netadapter gaat branden.
6.2 Apparaat controleren
Controle conform IEC 60364-6 en de overeenkom-
stige geldende nationale voorschriften (bijvoorbeeld in
Duitsland conform DIN VDE 0100-600)
Voer bij de eerste inbedrijfstelling een controle uit van het
laadstation conform IEC 60364-6 en de overeenkomstige
geldende nationale voorschriften (bijvoorbeeld in Duitsland
conform DIN VDE 0100-600). De controle kan worden
uitgevoerd in combinatie met het MENNEKES-testkastje
en een testapparaat voor gestandaardiseerde testen. Het
MENNEKES-testkastje simuleert daarbij de voertuigcom-
municatie. Testkastjes zijn bij MENNEKES als toebehoren
verkrijgbaar.
f Voor de goedkeuring van het apparaat een controle
conform norm uitvoeren.
Gebruikshandleiding van het testkastje.
6.3 Afsluitende werkzaamheden aan de
laadzuil
T
LET OP
Beschadiging van het apparaat door beknelde onderde-
len of kabels
Rakken onderdelen of kabels bij het sluiten van het appa-
raat bekneld, kunnen er beschadigingen en defecten ont-
staan.
f Zorg ervoor dat bij het sluiten van het apparaat geen
onderdelen of kabels bekneld komen te zitten.
f Indien nodig onderdelen of kabels vastzetten.
Na voltooiing van het installeren en in bedrijf stellen moe-
ten de volgende stappen nog worden uitgevoerd:
f Controleer de bevestiging van de waterafvoerslangen.
f Plaats de frontplaat in de basisbehuizing en vergrendel
de frontplaat met de draaibare hendel.
f Trek de sleutel van het cilinderslot af en controleer de
vergrendeling.
f Sluit de dekselplaat en vergrendel de dekselplaat met
het dekselslot op de achterzijde van de laadzuil.
f Verwijder alle beschermfolie van de behuizing van de
laadzuil.
9
De inbedrijfstelling is nu voltooid en de laadzuil is
gebruiksklaar.
MENNEKES adviseert, een sokkelvuller ter
bescherming tegen vocht en insecten te gebrui-
ken.
NL
15