LET OP:
• De batterijlader model DC1801 is uitsluitend bestemd voor het laden van Makita batterijpakken. Gebruik deze
nooit voor andere doeleinden of voor het laden van batterijpakken van andere fabrikanten.
• Een nieuw batterijpak of een batterijpak dat gedurende lange tijd niet werd gebruikt, kan eventueel niet
volledig worden geladen. Dit is normaal en duidt niet op een defekt. Nadat het batterijpak een paar keer
volledig is ontladen, kunt u het weer volledig laden.
• Wanneer u het batterijpak van een zojuist gebruikt gereedschap laadt, of een batterijpak dat voor langere tijd
aan direct zonlicht of hitte werd blootgesteld, gebeurt het wel eens dat het laadcontrolelampje in rood
knippert. Wacht in zo'n geval een tijdje. Het laden zal beginnen nadat het batterijpak is afgekoeld. Het
batterijpak zal sneller afkoelen indien u het van de acculader verwijdert.
• Indien het laadcontrolelampje afwisselend in groen en rood knippert, wijst dit op een probleem en is laden niet
mogelijk. De klemmen op de snellader of op het batterijpak zijn vuil of het batterijpak is versleten of
beschadigd.
Bijladen (Handhaven van de lading)
Wanneer u een volledig opgeladen batterij in de lader laat zitten om spontaan ontladen te voorkomen, zal de
lader overschakelen naar de ''Bijladen (Handhaven van de lading)'' stand waardoor de batterij vers en in
volledig opgeladen toestand wordt gehouden.
Wenken om een maximale levensduur van de batterij te handhaven
1. Laad de batterij op alvorens deze volledig is ontladen.
Stop het gebruik van het gereedschap en laad de batterij op telkens wanneer u vaststelt dat het vermogen
van het gereedschap verminderd is.
2. Laad een volledig opgeladen batterij nooit opnieuw op.
Wanneer u de batterij te veel oplaadt, zal deze minder lang meegaan.
3. Laad de batterij op bij een kamertemperatuur tussen 10°C en 40°C.
Laat een warme batterij afkoelen alvorens deze op te laden.
4. Laad de nikkel-metaalhydride accu op wanneer u deze langer dan zes maanden niet gebruikt.
Dopsleutel (Fig. 3)
De dopsleutel is aangebracht zoals afgebeeld in
Fig. 3. Wanneer u de dopsleutel wilt gebruiken, moet
u deze uit de sleutelhouder trekken. Breng de dop-
sleutel na gebruik weer in de sleutelhouder aan.
De zaag op een werktafel monteren
(Fig. 4 en 5)
Bij de verscheping uit de fabriek, is het handvat van
het gereedschap in de omlaagpositie vastgezet door
middel van de aanslagpen. Ontgrendel de aanslag-
pen door het handvat een beetje omlaag te drukken
en de aanslagpen naar buiten te trekken.
Dit gereedschap moet op een horizontaal en stabiel
oppervlak worden gemonteerd door middel van vier
bouten die u door de boutgaten in het voetstuk van
het gereedschap steekt. Hierdoor wordt voorkomen
dat het gereedschap omkantelt en mogelijk verwon-
dingen veroorzaakt.
Installeren of verwijderen van het zaagblad
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgescha-
keld en de accu ervan is verwijderd alvorens het
zaagblad te installeren of te verwijderen.
• Gebruik voor het installeren of verwijderen van het
zaagblad uitsluitend de bijgeleverde Makita dop-
sleutel. Doet u dit niet, dan kan de zeskantbout te
vast of te los worden aangedraaid, hetgeen ernstige
verwonding van de gebruiker van het gereedschap
of van anderen in de nabije omgeving tot gevolg kan
hebben.
44
All manuals and user guides at all-guides.com
Druk de aanslagpen naar binnen om het handvat in
de omhoogpositie vast te zetten. (Fig. 4)
Om het zaagblad te verwijderen, gebruik de dopsleu-
tel om de zeskantbout, die de middenkap op zijn
plaats houdt, naar links los te draaien. Breng de
veiligheidskap en de middenkap omhoog. (Fig. 6)
Druk de asvergrendeling in om de as te vergrendelen
en draai met de dopsleutel de zeskantbout (linkse
schroefdraad) naar rechts los. Verwijder vervolgens
de zeskantbout, de buitenflens en het zaagblad.
(Fig. 7)
Om het zaagblad te installeren, monteert u het zaag-
blad voorzichtig op de as, ervoor zorgend dat de
pijltjes op het zaagblad en op de zaagbladkast in
dezelfde richting wijzen. Monteer de buitenflens en de
zeskantbout, en draai dan met de dopsleutel de
zeskantbout (linkse schroefdraad) stevig naar links
vast terwijl u daarbij de asvergrendeling ingedrukt
houdt. (Fig. 8 en 9)
LET OP:
Voor alle niet-Europese landen
De binnenflens heeft een diameter van 25 mm aan de
ene zijde, en een diameter van 25,4 mm aan de
andere zijde. De zijde met een diameter van 25,4 mm
is gemarkeerd met ''25.4''. Gebruik de zijde die over-
eenkomt met de asgatdiameter van het zaagblad dat
u gaat gebruiken. Indien het zaagblad aan de ver-
keerde zijde wordt gemonteerd, kan gevaarlijke trilling
worden veroorzaakt.