1 .4 .3 Gebruik
• Bel een vakman als een storing optreedt.
• Steek geen vreemde voorwerpen in de luchtinlaat en -uitlaatroosters.
• Niets mag de luchtcirculatie blokkeren.
• Klim niet op het geraamte van het apparaat.
• Uw ruimte voldoet aan bepaalde veiligheidsnormen: u mag niets aan de ruimte wijzigen (ventilatie,
rookkanalen, openingen, etc.) zonder eerst uw installateur om toestemming te vragen.
1 .4 .4 Onderhoud
• Probeer niet om het apparaat zelf te repareren.
• Dit apparaat bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden gerepareerd. Als u
panelen verwijdert, kunt u aan gevaarlijke spanningen bloot komen te staan .
• De stroom uitzetten is niet voldoende om het gevaar van elektrische schokken (condensatoren)
weg te nemen .
• Zet de stroom uit in geval van abnormale geluiden, geuren of de aanwezigheid van rook en neem
contact op met uw installateur .
• Zet de stroom uit voordat u het apparaat gaat reinigen.
• Gebruik geen agressieve reinigings- of oplosmiddelen om het apparaat te reinigen.
• Gebruik geen hogedrukreinigers om de luchtroosters te reinigen. U loopt het risico dat u de
luchtwarmtewisselaar beschadigt en dat er water in aanraking komt met elektrische circuits .
1 .4 .5 Ombouw
• Het is verboden om wijzigingen aan het apparaat aan te brengen. Componenten mogen uitsluitend
door een deskundige vakman worden vervangen met behulp van originele onderdelen geleverd
door de fabrikant .
1 .4 .6 Afdanking
• Koppel de voedingskabel los voordat u het apparaat uit elkaar neemt.
• Bij verbranding van bepaalde componenten kunnen giftige gassen vrijkomen; het apparaat mag
niet in een vuilverbranding worden verwerkt .
77