2.
Steek de buitentemperatuursensor overeenkomstig de
afbeelding op de muursokkel.
3.5.6
Ontvangststerkte van de
buitentemperatuursensor controleren
1.
Druk op de keuzetoets
staat.
◁
De installatiewizard wisselt naar de functie Ont-
vangststerkte BT-sensor.
Voorwaarde: Ontvangststerkte BT-sensor < 4
▶
Bepaal een nieuwe opstelplaats voor de buitentempera-
tuursensor met een ontvangststerkte ≥ 4.
▶
Ga hierbij te werk, zoals in ontvangststerkte van de bui-
tentemperatuursensor aan de uitgezochte opstelplaats
bepalen (→ Hoofdstuk 3.5.3), beschreven.
3.6
Systeemthermostaat monteren
Opstelplaats van de systeemthermostaat in het
gebouw bepalen
1.
Bepaal de opstelplaats die aan de vermelde vereisten
voldoet.
–
Binnenwand van de hoofdwoonruimte
–
Montagehoogte: 1,3 m
–
zonder directe zonnestraling
–
zonder invloed van warmtebronnen
Ontvangststerkte van de systeemthermostaat aan
de uitgezochte opstelplaats bepalen
2.
Druk op de keuzetoets
◁
De installatiewizard wisselt naar de functie Ont-
vangststerkte systeemtherm.
3.
Ga naar de uitgezochte opstelplaats van de systeem-
thermostaat.
4.
Sluit op weg naar de opstelplaats alle deuren.
5.
Bediend de wek-/inslaaptoets aan de bovenzijde van
het product, wanneer het display uit is.
Voorwaarde: Display is aan, Display toont Draadloze communicatie on-
derbroken
▶
Verzeker u ervan dat de stroomvoorziening ingeschakeld
is.
154
van de systeemthermo-
.
Voorwaarde: Display is aan, Ontvangststerkte systeemtherm < 4
▶
Zoek een opstelplaats voor de systeemthermostaat die
binnen de ontvangstreikwijdte ligt.
Voorwaarde: Display is aan, Ontvangststerkte systeemtherm ≥ 4
▶
Markeer de positie aan de wand waar de ontvangst-
sterkte volstaat.
Ophangbeugel aan de wand monteren
B
A
6.
Verwijder de ophangbeugel van de systeemthermo-
staat overeenkomstig de afbeelding.
B
C
7.
Bevestig de ophangbeugel conform de afbeelding.
Gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding 0020288147_04
Ø 6
A