mfx-protocol
Adressering
• Een adres is niet nodig, elke decoder heeft een éénmalig
en éénduidig kenmerk (UID).
• De decoder meldt zich vanzelf aan bij het Central Station
of Mobile Station met zijn UID.
• Naam af de fabriek: WGmh 824, DB
Programmering
• De eigenschappen kunnen m.b.v. het grafische scherm
op het Central Station resp. deels ook met het Mobile
Station geprogrammeerd worden.
• Alle configuratie variabelen (CV) kunnen vaker gelezen
en geprogrammeerd worden.
• De programmering kan zowel op het hoofdspoor als op
het programmeerspoor gebeuren.
• De default-instellingen (fabrieksinstelling) kunnen weer
hersteld worden.
• Functiemapping: functies kunnen met behulp van het
Central Station 60212 (met beperking) en met het
Central Station 60213/60214/60215 aan elke gewenste
functietoets worden toegewezen (zie het helpbestand in
het Central Station).
DCC-protocol
Adressering
• Mogelijke adressen: kort, lang en tractieadres
• Adresbereik:
1 – 127 (kort adres, tractieadres)
1 – 10239 (lange adres)
• Elk adres is handmatig programmeerbaar.
• Kort of lang adres wordt via de CV gekozen.
All manuals and user guides at all-guides.com
• Een toegepast tractieadres deactiveert het standaarda-
Programmering
• De eigenschappen van de decoder kunnen via de confi-
• De CV-nummers en de CV-waarden worden direct inge-
• De CV's kunnen vaker gelezen en geprogrammeerd wor-
• De CVs kunnen naar wens geprogrammeerd worden.
• De default-instellingen (fabrieksinstelling) kunnen weer
• 14 resp. 28/126 rijstappen instelbaar.
• Alle functies kunnen overeenkomstig de functiemapping
• Voor verdere informatie, zie de CV-tabel DCC-protocol.
Het is aan te bevelen om het programmeren alleen op het
programmeerspoor uit te voeren.
dres.
guratie variabelen (CV) vaker gewijzigd worden.
voerd.
den (programmering op het programmeerspoor).
PoM (Programmering op het hoofdspoor) is alleen moge-
lijk bij de in de CV-tabel gemerkte CV. PoM moet door uw
centrale ondersteund worden (zie de gebruiksaanwijzing
van uw centrale).
hersteld worden.
De rijstappen instelling op de decoder en het bestu-
ringsapparaat moeten met elkaar overeenkomen anders
kunnen er storingen optreden.
geschakeld worden (zie CV-beschrijving).
17