Dräger Pac 7000 Notice D'utilisation page 50

signaaltoon worden weergegeven en keert het apparaat terug
naar de modus Meten.
– Als de kalibratie niet succesvol is verlopen, zal een lange,
enkele signaaltoon worden weergegeven.
"– – –" wordt weergegeven in plaats van de gemeten waarde,
en de pictogrammen [X] en Kalibratie spannen lichten op. In
dat geval kan de kalibratie worden herhaald.
5.4 Aanpassing van het wachtwoord
– Voor het instellen van het wachtwoord wordt de Dräger Pac
7000 via een 'cradle' of via het E-Cal System op een PC
aangesloten. Het wachtwoord kan met behulp van de
geïnstalleerde software CC-Vision worden aangemaakt.
Let op: Als het wachtwoord wordt ingesteld op "000", betekent
dit dat er geen wachtwoord ingesteld is.
6 Onderhoud en configuratie
WAARSCHUWING
Vervanging van componenten kan negatieve gevolgen
hebbben voor de intrinsieke veiligheid. Om te voorkomen dat
er in een ontbrandbare of explosieve atmosfeer een
ontsteking plaatsvindt, dient u de onderstaande
onderhoudsprocedures gelezen en begrepen te hebben en
deze na te leven.
Let er bij de vervanging van de batterij/van sensors op dat er
geen componenten beschadigd raken of kortgesloten worden.
Gebruik geen scherpe gereedschappen om de batterij/
sensors te verwijderen.
WAARSCHUWING
Na elke opening van de Pac 7000 moet een bumptest worden
verricht en/of een kalibratie. Dit geldt ook bij elke
batterijvervanging en elke sensorvervanging in de Pac 7000.
Bij niet naleving is een correcte werking en inzetbaarheid van
het apparaat niet gegarandeerd en kunnen zich fouten
voordoen bij metingen.
– Het apparaat heeft geen bijzonder onderhoud nodig.
– Voor de individuele configuratie of individuele kalibratie wordt
de Dräger Pac 7000 via de communicatiemodule of het E-Cal
systeem met een pc verbonden.
De kalibratie en configuratie wordt met de geïnstalleerde
software CC-Vision uitgevoerd. Neem de
gebruiksaanwijzingen van de toegepaste modules en
software in acht!
6.1 Datalogger
– Dräger Pac 7000 is uitgerust met een datalogger. De
datalogger slaat gebeurtenissen op evenals de gemiddelde
concentratie die tijdens een variabele, met Gas-Vision of CC-
Vision instelbare periode wordt opgeslagen. De datalogger
loopt ongeveer 5 dagen in een interval van een minuut. Als het
geheugen van de datalogger vol is, overschrijft de datalogger
de oudste gegevens.
– Voor het instellen van de te registreren gemiddelde
concentratie of voor het downloaden van de opgeslagen
gegevens wordt het apparaat via de communicatiemodule
(83 18 587) of het E-Cal systeem met een pc verbonden. De
opgeslagen gegevens kunnen met de geïnstalleerde software
gas-Vision of CC-Vision worden gedownload.
50
6.2 Instelbare bedrijfstijd (in dagen)
– De Dräger Pac 7000 is met een functie voor het instellen van
een bedrijfstijd uitgerust. De instelbare bedrijfstijd kan worden
gebruikt om een afzonderlijke bedrijfstijd in te stellen, bijv. om
een 'kalibratiedatum', een 'inspectiedatum', een 'buiten
gebruikstelling datum' of een 'bruikbaar signaleringsalarm',
enz. in te stellen.
– Voor het instellen van de bedrijfstijd wordt de Dräger Pac
7000 via een 'cradle' of via het E-Cal System op een PC
aangesloten. De instelling vindt plaats met behulp van de pc-
software Dräger CC-Vision.
6.3 Bruikbaar signaleringsalarm / einde bedrijfstijd
– Een bruikbaar signaleringsalarm kan worden gebruikt om de
instelbare bedrijfstijd aan te passen (zie hoofdstuk 6.2).
– Als een bedrijfstijd is ingesteld, zal een signaleringsalarm
starten voordat het einde van de ingestelde bedrijfstijd is
bereikt.
– Gedurende deze periode knippert de resterende bedrijfstijd
na het inschakelen van het apparaat, bijv. "30" / "d".
– Dit alarm wordt weergegeven voordat ca. 10 % van de
ingestelde bedrijfstijd resteert of ten minste 30 dagen voor het
einde van de bedrijfstijd.
– Druk op [OK] om deze melding te bevestigen. Na deze
bevestiging kan het apparaat normaal worden gebruikt.
– Nadat de bruikbare bedrijfstijd is verlopen, zal de tekst "0" / "d"
wisselend op het display worden weergeven, hetgeen niet
bevestigd kan worden. Het apparaat zal geen metingen meer
uitvoeren.
6.4 Meting van % COHB
Aanwijzing
De Dräger Pac 7000 is niet medisch goedgekeurd.
– De versie Dräger Pac 7000 CO is uitgerust met een
meetmodus om % HBCO in uitgeademde lucht te meten. De
afgegeven zuurstof geeft een gemakkelijke en betrouwbare
concentratiewaarde om het percentage carboxyhemoglobine
(COHB) in het bloed te meten.
– Voor het activeren van deze functie wordt de Dräger Pac 7000
via de communicatiemodule of het E-Cal systeem met een pc
verbonden. De instelling wordt met de geïnstalleerde software
CC-Vision uitgevoerd.
– Na het activeren van deze functie zal het display wisselend de
'HB'-waarde en de concentratie weergeven. De concentratie
zal in percentage COHB worden weergegeven.
– Om metingen te kunnen verrichten moet de Dräger Pac 7000
op de kalibratieadapter worden aangesloten en moet een
mondstuk (Dräger bestelcode: 68 05 703) op de
kalibratieadapter worden aangesloten.
– Blaas gedurende ca.20 seconden in het mondstuk.
– Wacht totdat de hoogste indicatie in het display verschijnt.
– Tijdens de kalibratie en bumptest, keert het apparaat terug
naar de standaard ppm CO-modus en zodra het gereed is
naar de modus COHB.
– In de modus COHB is geen gasalarm en geen TWA/STEL-
meting beschikbaar.
7 Alarmen
GEVAAR
Als het hoofdalarm in werking treedt, dient u het gebied
onmiddellijk te verlaten, omdat er sprake kan zijn van een
levensbedreigende situatie. Een hoofdalarm is zelfhoudend
en kan niet bevestigd of geannuleerd worden.
7.1 Concentratie voor-/hoofdalarm
– Het alarm activeert als de alarmdrempels A1 of A2 worden
overschreden.
– Het apparaat is voorzien van een trilalarm. Het trilt parallel aan
deze alarmdrempels.
– Tijdens een A1 wordt een alarmtoon afgegeven en de LED
knippert.
– Tijdens een A2 wordt een dubbele alarmtoon afgegeven en de
LED knippert dubbel.
– Het display zal tussen de meetwaarde en 'A1' of 'A2' wisselen.
– Als het TWA A1 alarm is geactiveerd, knippert het pictogram
TWA en wordt een hoorbaar, optisch en trilalarm
weergegeven.
– Als het STEL A2 alarm is geactiveerd, knippert het pictogram
STEL en wordt een hoorbaar, optisch en trilalarm
weergegeven.
– De alarmen kunnen al naar gelang de configuratie (zie
hoofdstuk 12) worden bevestigd of uitgeschakeld.
"Te bevestigen": u kunt aangeven dat de alarmtoon en het
trillen opgemerkt zijn door op [OK] te drukken.
– "Zelfhoudend": Het alarm gaat pas uit nadat de concentratie
beneden de alarmdrempel is gedaald en de [OK] toets
ingedrukt wordt.
– Als het alarm niet zelfhoudend is, wordt het uitgeschakeld
zodra de concentratie beneden de alarmdrempel daalt.
7.2 Batterij voor-/hoofdalarm
– Als een batterij vooralarm is ingeschakeld, geeft het apparaat
een hoorbaar signaal af, knippert de LED en knippert het
pictogram 'Niveau batterij laag' " ".
– Ter bevestiging van het vooralarm de [OK] toets indrukken.
– Na het eerste batterijvooralarm gaat de batterij nog 1 uur tot 1
week mee, afhankelijk van de temperatuur:
> 10 °C = 1 week gebruikstijd
0 °C tot 10 °C = 1 dag gebruikstijd
< 0 °C = 2 uur gebruikstijd
– Bij een batterij hoofdalarm weerklinkt een dubbele alarmtoon
en de alarm LED knippert.
– Een batterij hoofdalarm kan niet worden bevestigd; het
apparaat gaat automatisch na ong. 10 seconden uit.
– Bij sterk ontladen batterij kan de alarm LED door de
ingebouwde veiligheidsfuncties worden geactiveerd.