nl
|
Instrumentinstellingen
AANWIJZING
Beschadiging van het gasmeetinstrument
De voeding van de gasmeetinstrumenten X-am 2500/5000/5100/5600
(bestelnr. 8318704) mag niet voor de X-am 2800 worden gebruikt, aangezien de
afdichting geen IP-bescherming voor de X-am 2800 kan garanderen en niet
samen met de X-am 2800 is toegelaten.
► Alleen het accupack (bestelnr. 3703887) met de voeding 3703880
gebruiken.
1. Gasmeetinstrument uitschakelen.
2. Schroef aan de voeding losdraaien.
3. NiMH-voeding T4 (type HBT 0010) uitnemen en vervangen.
4. Voeding in het gasmeetinstrument plaatsen en schroef vastdraaien, het
gasmeetinstrument wordt automatisch ingeschakeld.
5.9
Reiniging
Het gasmeetinstrument vergt geen speciaal onderhoud.
Bij sterke verontreiniging, het gasmeetinstrument met koud water afspoelen, zo
nodig een spons gebruiken. Het gasmeetinstrument met een doek droogwrijven.
AANWIJZING
Beschadiging van het gasmeetinstrument!
Ruwe reinigingsvoorwerpen (bijv. borstels), reinigingsmiddelen en
oplosmiddelen kunnen de stof- en waterfilters onherstelbaar beschadigen.
► Het gasmeetinstrument uitsluitend met koud water en zo nodig een spons
reinigen.
Voor informatie over geschikte reinigings- en desinfectiemiddelen en
hun specificaties, zie document 9100081 op www.draeger.com/IFU.
6
Instrumentinstellingen
Alleen opgeleid, competent en deskundig personeel mag de
apparaatinstellingen wijzigen.
Voor verdere informatie zie het technisch handboek.
246
®
X-am
2800 / X-am
®
5800