Scherm
+ cijfer
5. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 In- of uitschakelen
Raak
1 seconde aan om de kookplaat in–
of uit te schakelen.
5.2 Automatische uitschakeling
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld,
• u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld,
• u iets hebt gemorst of iets langer dan 10
seconden op het bedieningspaneel hebt
gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of
reinig het bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (bijvoorbeeld
als een steelpan droog kookt). De
kookzone moet afgekoeld zijn voordat u
de kookplaat weer kunt gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool
gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na een tijdje gaat
aan en schakelt de kookplaat uit.
Beschrijving
Booster werkt.
Er is een storing.
Er is nog een kookzone heet (restwarmte).
Blokkering / Kinderbeveiligingsinrichting werkt.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone ge‐
plaatst.
Automatische uitschakeling werkt.
De verhouding tussen kookstand en de
tijd waarna de kookplaat uitschakelt:
Warmte-instelling
1 - 2
3 - 4
5
6 - 9
5.3 De kookzone selecteren
Raak om de kookzone te selecteren het
sensorveld
aan dat bij de zone hoort. Het
display toont de kookstand (
5.4 De kookstand
Stel de kookzone in.
aanraken om te verhogen.
om te verlagen. Raak
aan om de kookzone uit te schakelen.
5.5 Restwarmte-indicator
WAARSCHUWING!
Zolang het indicatielampje
aanstaat, bestaat er een risico
op brandwonden door
restwarmte.
De kookplaat wordt
uitgeschakeld na
6 uur
5 uur
4 uur
1,5 uur
).
aanraken
en
tegelijkertijd
NEDERLANDS
25