BEDIENINGSINSTRUCTIES
OPMERKING: Lees het
instructieboekje aandachtig voor
gebruik van het gereedschap.
GEBRUIK VOLGENS BESTEMMING
De machine is bestemd voor het vellen van
bomen en het zagen van stammen, takken,
houten balken, planken etc. en kan worden
gebruikt voor schulpen (in de lengte van de
houtnerf) en afkorten (dwars op de houtnerf).
Deze machine is niet geschikt voor het zagen
van minerale materialen.
MONTAGE
WAARSCHUWING! Sluit de
kettingzaag pas na volledige
montage aan op het stroomnet.
Draag altijd werkhandschoenen bij de
omgang met de zaagketting.
MONTAGE VAN ZWAARD EN
ZAAGKETTING
1. Pak alle delen voorzichtig uit.
2. Plaats de kettingzaag op een vlak
94
oppervlak.
3. Gebruik alleen originele Worx-
kettingen of die geschikt zijn voor de
geleidebalk.
4. Leg de zaagketting (10) in de rondlopende
sleuf van het zwaard (9). Zorg dat de
ketting in de juiste richting draait door
deze te vergelijken met het pictogram op
de geleidebalk of raadpleeg het symbool
Richting ketting (16) dat u op de zaag kunt
vinden. Controleer of de vanger van de
kettingspanner (22) naar buiten gericht is.
(Zie A)
5. Leg de kettingschakels om het kettingwiel
(15) zo aan dat de bevestigingsbouten (19)
en de beide zwaardgeleidingsbruggen
in het langgat van het zwaard (20). (Zie
B1,B2)
6. Controleer of alle delen goed geplaatst
zijn. Zorg dat de aandrijftanden goed in
het aandrijfwiel zitten (Zie C1), vermijd
knikken zoals op Afb. C2. Als er een knik
is, neem de ketting van de geleidebalk net
Kettingzaag
voor de knik en trek de knik uit.
OPMERKING: De ketting moet vrij
kunnen draaien en vrij zijn van knikken.
7.
Monteer de kettingafscherming (12) en
draai de kettingafscherming aan door de
knop om de ketting aan te spannen (11)
naar rechts te draaien totdat deze vastzit.
(Zie D)
WAARSCHUWING: De ketting
is nog niet gespannen. De
ketting moet gespannen worden zoals
beschreven is onder "De kettnig
spannen". De ketting moet worden
geïnspecteerd om zeker te zijn dat de
geschikte spanning aanwezig is.
ZAAGKETTING SPANNEN (Zie E1, E2)
OPMERKING: Nieuwe zaagkettingen
zullen uitrekken. Controleer regelmatig de
kettingspanning bij het eerste gebruik en draai
bij de ketting (10) aan wanneer deze los rond
het zaagblad(9) komt te zitten.
WAARSCHUWING!
• Neem de stekker uit het stopcontact
voordat u de spanning van de
zaagketting instelt.
• De snijranden van de zaagketting zijn
scherp. Gebruik handschoenen als u
de ketting hanteert.
• Zorg altijd voor de juiste
kettingspanning. Een losse ketting
geeft een hoger risico op terugslag.
Een losse ketting kan uit de groef van
het zwaard springen. Dit veroorzaakt
verwonding voor de gebruiker en
schade aan de ketting. Een losse
ketting geeft hogere slijtage aan
ketting, zwaard en tandwiel.
1. Leg de kettingzaag neer op een recht
oppervlak.
2. Draai de kettingspanknop (11) in de
richting van de wijzers van de klok tot de
juiste kettingspanning is bereikt.
OPMERKING: De spanning wordt
automatisch verhoogd als de knop voor
de kettingspanning (11) naar rechts wordt
gedraaid. Het ratelmechanisme verhindert dat
de spanning te los is.
3. Kantel de zaag naar voren (Zie E1) zodat
de punt van de geleidebalk (9) in een
NL