Hilti DD AF-CA Mode D'emploi Original page 39

5.3 Voor waterkoeling zorgen
De booraanzeteenheid en diamantboormachine zijn watergekoelde gereedschappen.
Controleer bij de bediening altijd, dat de watertoevoer van het koelsysteem van de booraanzeteenheid
volgens voorschriften op een waterslang is aangesloten. Dit geldt ook voor droogboren.
Zorg ervoor dat de minimale waterdoorstroming en de watertemperatuur minimaal voldoen aan de
informatie in de technische gegevens.
6 Bediening
6.1 Kernboring uitvoeren
GEVAAR
Gevaar voor letsel door het niet in acht nemen van de gevarenzone! De booraanzeteenheid staat na het
inschakelen altijd in de modus Cut Assist en activeert het automatische boorproces, zodra de inschakelaar van
de diamantboormachine wordt ingedrukt. De boorkroon wordt automatisch tegen het boorobject bewogen.
▶ Zorg dat zich geen personen in de gevarenzone ophouden!
▶ Houd het gebied tussen de boorkroon en het boorobject vrij!
BELANGRIJK! Indien de booraanzeteenheid niet met de diamantboormachine is verbonden, werkt de
noodstop niet!
BELANGRIJK! Het in- en uitschakelen van andere apparaten kan onderspannings- en/of overspan-
ningspieken veroorzaken, waardoor het product beschadigd kan raken. Bij gebruik van een generator
of transformator in geen geval gelijktijdig andere apparaten gebruiken!
6.2 Werkwijze CUT ASSIST
In de modus CUT ASSIST begint het boorproces na indrukken van de toets
Het aanboren bestaat uit 3 fasen:
1. De boorkroon wordt stilstaand tot aan het oppervlak van het werkstuk verplaatst. Het systeem herkent
het oppervlak en plaatst de boorkroon op iets afstand voor het werkstuk.
2. De waterstroom wordt vrijgegeven en de boorkroon begint met laag aanboortoerental te draaien.
3. De boorkroon raakt het oppervlak aan en het systeem boort met het aanboortoerental, tot de passende
aanboordiepte bereikt is.
Is de passende aanboordiepte bereikt, dan boort het systeem automatisch met optimaal toerental en
optimaal vermogen verder.
Raakt de boorkroon wapeningsstaal, dan wordt automatisch de functie Iron Boost geactiveerd. Het
vermogen wordt aangepast om de wapening te doorboren.
omstandigheden niet herkend en dan wordt de functie Iron Boost niet geactiveerd.
6.2.1 Aanboren met kleine diameter
Voor boorkronen met diameters < 202 mm (< 8 in) wordt aanbevolen met zeer lage druk en het ingestelde
boortoerental aan te boren.
→ Druk, nadat de boorkroon gaat draaien (fase 2) de toets
6.2.2 Aanboren in bestaande geleidingen in het werkstuk
Als de boorkroon reeds een geleiding in het werkstuk heeft, wordt aanbevolen de aanboorstand over te
slaan en direct met optimaal vermogen en toerental te boren.
→ Druk, nadat de boorkroon gaat draaien (fase 2) de toets
6.2.3 Diepte-aanslag
Bij blinde boringen stopt de booraanzeteenheid, zodra de slede de diepte-aanslag raakt.
6.2.4 Automatische doorboorherkenning
Bij doorlopende boringen zonder gebruik van een diepte-aanslag beweegt de boorkroon zich tot circa 3 cm
voorbij het einde van het boorgat.
Aan het einde van het boorproces wordt boorkroon automatisch zo ver teruggehaald, tot alleen nog de punt
van de boorkroon in het boorgat steekt. De watertoevoer wordt dan automatisch afgesloten.
*2077904*
2077904
op de diamantboormachine.
Dunne wapeningsstaven worden onder
op de diamantboormachine in.
op de diamantboormachine in.
Nederlands 35