Bij het uitrusten van de brander met een andere
elektrodediameter, moet rekening worden gehouden
met het volgende:
▸
Spanbus [20], spanbusbehuizing [19] en elek-
trode [21] moeten dezelfde diameter hebben.
▸
De gassproeier [18] moet worden afgestemd op
de elektrodediameter.
Werkstukleiding aansluiten
▸
De werkstukleiding op de aansluitbus voor de
pluspool [4] aansluiten en de leiding door
rechtsom draaien borgen.
Massaklem bevestigen
▸
Zie "Elektrodelasprocedé".
Stroomtoevoer aansluiten
▸
Zie "Elektrodelasprocedé".
Beschermgasfles aansluiten (afb. V)
▸
De beschermgasfles [24] (bijv. met een veilig-
heidsketting) vastzetten.
▸
Het gasflesventiel [25] meerdere keren kort
openen voor het uitblazen van eventuele vuildeel-
tjes.
▸
De drukregelaar [30] aansluiten op de bescherm-
gasfles [24].
▸
De beschermgasslang [30] op de drukrege-
laar [28] vastschroeven en de beschermgas-
fles [24] openen.
▸
De "Gastest" starten en de gashoeveelheid
instellen met de instelschroef [29] van de drukre-
gelaar.
▸
De gashoeveelheid wordt weergegeven op de
doorstroommeter [27].
Instellen van de beschermgashoe-
veelheid (afb. VI)
▸
Open het ventiel [23] bij de TIG-ventielbrander.
Beschermgas stroomt uit
▸
De beschermgashoeveelheid met de instel-
schroef [29] van de drukregelaar (zie tabel met
richtwaarden voor stroomsterkten en gashoeveel-
heid).
Opmerking
De doorstroommeter [27] geeft de
gashoeveelheid aan, de inhoudsmano-
meter [26] de flesinhoud.
Vlamboog ontsteken ("Lift Arc")
▸
Raak het werkstuk op de te lassen plaats kort
aan met de elektrodepunt en til de elektrodepunt
iets op: De vlamboog brandt tussen werkstuk en
elektrode.
Geoxideerde wolframelektroden (thoriumoxide, bijv.
elektrode WT 20 of ceroxide WC 20), hebben een
hoge ontsteekbaarheid en een hogere stroombelas-
tingswaarde als elektroden van puur wolfram. Bij
gelijkstroomlassen, worden doorgaans elektroden
van geoxideerde wolfram gebruikt.
Bij te lage stroomsterkten kan geen vlamboog
worden ontstoken, bij te hoge stroomsterkten smelt
de wolframelektrode weg.
Richtwaarden voor stroomsterkten
en gashoeveelheid
Wolframelek-
Stroomsterkte
troden Ø [mm]
1,0
1,6
2,4
3,2
Let op !
Gashoeveel-
AC [A]
heid [l/min]
15 – 80
70 – 150
5 – 6
150 – 250
6 – 7
140 – 320
6 – 8
4
65