Bedieningselementen, weergaven
en functies (afb. II)
Toets menu/hulpparameters [8]
Dient voor het oproepen van de hulpparameters.
7-segment-display [9]
Toont de gekozen stroomsterkte.
Bij geactiveerde hulpparameters wordt afwisselend
de code en de instelwaarde van de hulpparameter
getoond.
LED storing [10]
Brandt als de installatie oververhit is, het ontsteken
van de vlamboog is niet mogelijk.
Na het inschakelen van de installatie knippert de
LED's als zelftest.
LED VRD [12]
Brandt permanent bij actieve functie VRD (verlaging
van de nullastspanning). Knippert als de uitgangs-
spanning hoger is dan de toegestane waarde
volgens de norm (bijv. tijdens het lassen)
Draaiknop lasstroom [13]
Dient voor het traploos instellen van de lasstroom.
LED elektrode CEL [14]
Brandt bij gekozen modus "Elektrode CEL". (Elek-
trode met cellulosehoudende omhulling, geschikt
voor staande naden)
LED elektrode basic [15]
Brandt bij gekozen modus "Elektrode".
(Elektrode met basische omhulling)
LED elektrode TIG [15]
Brandt bij gekozen modus "Elektrode TIG".
Moduskeuzeschakelaar elektrode/
TIG [17]
De schakelaar dient voor het kiezen van de modus
"Elektrode" of "TIG". Voor het kiezen van de modus
"TIG" op de toets drukken.
64
Elektrodelasprocedé
Elektrodelaskabel aansluiten
▸
Elektrodelaskabel op de aansluitbus min [3] of
plus [4] aansluiten en de kabel door rechtsom
draaien borgen.
Hierbij moeten de gegevens van de elek-
trodefabrikant altijd worden opgevolgd!
Elektrodelassen met positieve (+)
elektrode:
▸
Sluit de elektrodehouder aan op de pluspoolaan-
sluitbus [4] van de installatie en borg deze door
rechtsom draaien.
Elektrodelassen met negatieve (–)
elektrode:
▸
Sluit de elektrodehouder aan op de minpoolaan-
sluitbus [3] van de installatie en borg deze door
rechtsom draaien.
▸
Druk op de hendel in de greep van de elektro-
dehouder. Span een elektrode met het blanke
uiteinde in de houder. Let hierbij op de inkepingen
aan de binnenkant van de bekken.
De massaklem nooit op de lasinrichting, resp.
gasfles leggen, omdat anders de lasstroom via de
aardleider wordt geleid en deze dan vernield (zie
afb. III)..
TIG-lasprocedé
TIG-brander aansluiten
▸
Sluit de TIG-brander aan op de minpoolaan-
sluitbus [3] van de installatie en borg deze door
rechtsom draaien.
Elektrode plaatsen (afb. IV)
Brander
▸
Een punt slijpen aan de wolframelektrode [21]
▸
Spankap [22] losschroeven
▸
Wolframelektrode [21] door de geschikte
spanbus [20] schuiven en plaatsen
▸
Spankap [22] weer vastschroeven.
Opmerking
De spanbusbehuizing [19] en de gas-
sproeier [18] demonteren.
Let op !