3. kabels
Onderbreek de lijnverbinding van de kabel. Koppel ook het andere uiteinde los om fouten te
voorkomen veroorzaakt door lekstromen van andere apparatuur. Controleer elke geleider naar de
aarde en/of kabelbescherming door één van de meetsnoeren van de megger te verbinden met een
aarding en/of kabelbescherming en het andere snoer met achtereenvolgens elk van de geleiders.
Controleer de isolatieweerstand tussen de geleiders door de snoeren van de megger paarsgewijs
met de geleiders te verbinden.
428