5. Vervang de snijmessen (Afb. 14.D).
6. Draai de borgschroeven aan (Afb. 14.E).
4.3. ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE ACCU
IN DE WINTER
1. Laad de accu op volgens de wizard in de app, toegankelijk
via de pagina "Instellingen".
2. Reinig de robotmaaier (Zie Smart User Manual).
3. Bewaar de robotmaaier op een droge en vorstvrije plaats
en zorg ervoor dat deze is uitgeschakeld.
OPMERKING: Raadpleeg de Smart User Manual voor
meer informatie over de oplaadprocedure in de winter.
OPMERKING: De registratie van het opladen via de
in-app-procedure is vereist om de accugarantie te laten
gelden.
4.4. VERVANGING ACCU
De vervanging van de accu is de exclusieve verantwoordelijkheid
van het STIGA TECHNISCH SERVCIEPERSONEEL.
Neem contact op met een servicecentrum of uw dealer als
de accu vervangen moet worden.
5.
TRANSPORT, OPSLAG EN
VERWIJDERING
5.1. TRANSPORT
OPMERKING: Voor transport over lange afstanden raden
we aan de originele verpakking te gebruiken.
6.
PROBLEEMOPLOSSEN
WAARSCHUWING:
Stop de robotmaaier en berg hem veilig op (Zie Par. 1.4).
Hieronder vindt u een lijst met eventuele afwijkingen die tijdens de werkfase kunnen optreden.
PROBLEEM
Abnormale trillingen. De
robotmaaier maakt veel lawaai.
De robotmaaier plaatst zich niet
correct in de oplaadbasis.
De robotmaaier gedraagt zich
abnormaal rond hindernissen
rond de perimeter.
Het lampje van de oplaadbasis
gaat niet branden als de
robotmaaier zich buiten de
oplaadbasis bevindt.
OORZAKEN
Beschadigde schijf of maaimessen
Snij-inrichting geblokkeerd door resten
(banden, koorden, stukken plastiek, enz.).
De robotmaaier werd opgestart met
onvoorziene hindernissen (gevallen takken,
vergeten voorwerpen, enz.).
Elektrische motor defect
Te hoog gras.
Onjuiste positie van de perimeterdraad.
Bodem ingezakt nabij de oplaadbasis.
Perimeterdraad verkeerd gelegd.
Er is geen stroomvoorziening of er is een
storing in de oplaadbasis.
NL
1. Druk op de "STOP" -knop (Afb. 15.A) om de robotmaaier
te stoppen en open de beschermkap (Afb. 15.B).
2. De contactsleutel uitschakelen (Afb. 15.C).
3. Reinig de robotmaaier (Zie Smart User Manual).
4. Til de robotmaaier op aan de daarvoor bestemde
handgreep (Afb. 15.D) en verplaats hem terwijl u ervoor
zorgt dat het snijmes uit de buurt van het lichaam blijft.
5.2. OPSLAG
De robotmaaier moet na het reinigen en opladen van de
accu in de winter op een droge en vorstvrije plaats worden
opgeslagen (zie Hfdst. 4).
5.3. LOZING
WAARSCHUWING:
N e e m c o n t a c t o p m e t e e n e r ke n d
servicecentrum om de accu uit de robotmaaier
te verwijderen.
1. Verwijder de verpakking van het product op milieubewuste
wijze in de daarvoor bestemde verzamelhouders of bij
de daarvoor bestemde geautoriseerde opvangcentra.
2. Voer de robotmaaier af in overeenstemming met de lokale
wettelijke vereisten.
3. Richt u tot de erkende faciliteiten voor recycling en
verwijdering, aangezien de robotmaaier is geclassificeerd
als AEEA (afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur).
4. Verwijder de oude of uitgeputte accu's op milieubewuste
wijze in de verzamelhouders of bij de daarvoor bestemde
geautoriseerde opvangcentra.
OPLOSSINGEN
Vervang beschadigde componenten (Zie Par. 4.2).
Schakel de robotmaaier veilig uit (Zie Par. 1.4). Zet het
snijmes vrij.
Schakel de robotmaaier veilig uit (Zie Par. 1.4).
Verwijder de hindernissen en start de robotmaaier
opnieuw.
Vervang de motor, neem contact op met het
dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.
Verhoog de maaihoogte (Zie Par. 3.5).
Maai de zone vooraf met een normale grasmaaier.
Controleer de verbinding van het laadstation (Zie
Par. 2.3.2).
Herstel de correcte positie van de oplaadbasis. (Zie
Par. 2.3.2).
Verplaats de perimeterdraad correct (met de klok mee)
(Zie Par. 2.3.1).
Controleer de correcte verbinding aan het stopcontact
van de voedingseenheid. Controleer de integriteit van
de voedingskabel.
34