De modellen "LS" hebben eindschakelaars voor zowel de opening als de sluiting. Hierbij is dus elektronische apparatuur nodig die
in staat is deze ingangen te besturen.
Nota bene: de eindschakelaars treden in werking gedurende de eerste en laatste 30 mm van de slag. De aandrijving moet daarom
tijdens de openingsfase de hele beschikbare slag gebruiken. Kleinere slagen kunnen het regelveld van de eindschakelaars
verkleinen of helemaal annuleren.
4.6.1. Bekabeling van de eindschakelaars
De bekabeling van de eindschakelaars wordt gerealiseerd op hetzelfde klemmenbord als waarop de motorbekabeling is uitgevoerd.
Ga als volgt te werk om de eindschakelaars te bekabelen:
1) Maak ook het tweede voorgeperforeerde gat in het deksel open, fig. 18.
2) Monteer de bijgeleverde kabelklem, fig. 18.
3) Steek de kabel erdoorheen en verbind hem met de klemmen volgens de kleuren die gespecificeerd zijn in de tabel van fig. 19.
4) Sluit het deksel met de vier bijgeleverde schroeven.
Nota bene:
• Gebruik voor de verbinding van de eindschakelaars een verplaatsbare kabel voor buiten, met aders met een doorsnede van 0,5
mm
.
2
• Let bij de bekabeling op de kleuren van de draden, zoals gespecificeerd in de tabel van fig.19.
Fig. 18
4.6.2. Regeling van de eindschakelaars
Ga als volgt te werk om de eindschakelaars te regelen:
1) Draai de bovenste bevestigingsschroef, fig. 20 ref. A, los en
haal het dekseltje weg, fig. 20 ref. B.
2) Om de eindschakelaar voor sluiting FCC te regelen, draai
aan de stelschroef, fig. 21 ref. 1: draai hem met de klok mee om
de slag van de steel te vergroten, of tegen de klok in om de
slag te verkleinen.
3) Om de eindschakelaar voor opening FCA te regelen, draai
aan de stelschroef, fig. 22 ref. 1: draai hem tegen de klok in om
de slag van de steel te vergroten, of met de klok mee om de
slag te verkleinen.
4) Voer een paar testcycli uit om na te gaan of de eindschakelaar
correct geplaatst is. Als de eindschakelaar opnieuw moet
worden geregeld, herhaal de handelingen dan vanaf punt 2.
5) Plaats het dekseltje, fig. 20 ref. B, weer en span de bevestigingsschroef, fig. 20 ref. A, opnieuw.
-
1
+
Fig. 21
7
P
O
. S
K
E L
U
R
1
B
a l
u
w
G
e
m
e
e
E
n i
d
c s
h
2
B
u r
n i
F (
C
C
)
E
n i
d
c s
h
3
Z
w
a
t r
o
p
e
n
n i
1
-
+
B
S E
C
H
R
J I
V
N I
G
n
c s
h
a
p
p
l e
k j i
e
a
k
e
a l
r a
v
o
o
s r
u l
t i
n i
g
a
k
e
a l
r a
v
o
r o
g
F (
C
A
)
Fig. 19
B
A
Fig. 20
Fig. 22