overdracht of veroorzaken dat de gerechten door de
vacuümdruk hun structuur en hierdoor hun bereidings-
gedrag veranderen.
12.2 Gasflessen vacumeren
Met de vacumeerlade kunt u ook glazen flessen vacu-
meren en weer afsluiten, zoals bijv. flessen met spijs-
olie.
De vacuümadapter zo op de luchtafvoeropening
1.
plaatsen dat de uitvoer voor de slang loodrecht
naar boven wijst.
De flessluiting op de flesopening bevestigen.
2.
De flesadapter op de flessluiting drukken.
3.
De slang aan de vacuümadapter en de flesadapter
4.
bevestigen.
Om het vacumeerniveau te kiezen,
5.
Flessen altijd op het laagste niveau vacumeren.
‒
Geen koolzuurhoudende vloeistoffen, zoals bijv.
‒
mousserende wijn, vacumeren.
Om het vacumeren te starten,
6.
a Het vacumeren begint. De indicaties van de vacu-
meerniveaus pulseren na elkaar oranje tot de geko-
zen waarde bereikt is.
a Het bereikte vacumeerniveau is verlicht en er klinkt
een signaal.
De slang van de flesadapter en de externe vacuü-
7.
madapter losmaken.
De flesadapter van de flessluiting losmaken.
8.
12.3 Snel marineren en aromatiseren
Met de vacumeerlade kunt u levensmiddelen zoals bijv.
vlees, fruit en groente snel aromatiseren of marineren.
De conventionele wijze van marineren duurt meestal
zeer lang en is niet erg intensief. Bij het vacumeren in
de zak gaan de celporiën van de levensmiddelen open.
De toegevoegde marinade trekt snel in. Hierdoor ont-
staat in veel kortere tijd een aanzienlijk intensievere
smaak.
12.5 Aanbevolen instellingen
In dit hoofdstuk krijgt u aanbevelingen voor de vacu-
meerniveaus van verschillende levensmiddelen. Volg
met name de aanwijzingen voor de aanbevolen vacu-
meerniveaus en de voorbereiding van de levensmidde-
len op.
Gevacumeerde levensmiddelen blijven duidelijk langer
vers wanneer ze op de juiste wijze bewaard worden.
Hogere vacumeerniveaus bewaren de kwaliteit, het uit-
zicht en de inhoudsstoffen van de levensmiddelen.
aanraken.
aanraken.
12.4 Opslag en transport van
levensmiddelen
Door het vacumeren kunt u uw levensmiddelen langer
bewaren en profiteert u van bijkomende voordelen.
¡ Door de zuurstofarme omgeving in het vacuüm blij-
ven vers gevacumeerde levensmiddelen langer
goed als ze op de juiste manier worden bewaard.
¡ Bij ingevroren, gevacumeerde levensmiddelen
treedt minder vriesbrand op.
¡ U kunt levensmiddelen in glazen vormen, zoals bijv.
confituur en sauzen, opnieuw afsluiten.
¡ Het vacumeren verlengt duidelijk de bewaartijd.
¡ Bewaar levensmiddelen zoals kaas, vis of knoflook
zonder dat ze een onplezierige geur ontwikkelen.
De hermetische afsluiting verhindert dat bij het vacu-
meren ongewenste geurtjes vrijkomen en dat de
smaak op andere levensmiddelen wordt overgedra-
gen.
¡ Afgesloten vacumeerzakken of vacuümhouders zijn
het ideale transportmiddel voor vloeibare levensmid-
delen. Ze zijn gemakkelijk in het gebruik, lekvrij en
ruimtebesparend.
LET OP!
Te hoge glazen vormen beschadigen het glazen deksel
van het apparaat.
Geen glazen vormen gebruiken die hoger zijn dan
▶
80 cm.
Opmerkingen
¡ Gebruik alleen schroefpotten die stabiel en intact
zijn.
¡ Draai het deksel van de vorm slechts handvast
dicht. Door het vacumeren wordt de vorm automa-
tisch gesloten.
¡ Niet alle potten of deksels zijn geschikt voor het op-
nieuw sluiten onder vacuüm. Controleer na het va-
cumeren of er een vacuüm tot stand is gekomen.
Wanneer de deksel naar binnen gewelfd is en al-
leen geopend kan worden door kracht uit te oefe-
nen, wijst dit erop dat het vacumeren gelukt is.
Maakt de deksel tijdens het indrukken en loslaten
een klikgeluid en kan hij gemakkelijk worden geo-
pend, dan is er geen vacuüm ontstaan. Vacumeer
opnieuw of gebruik geschikte schroefpotten.
Opmerkingen
¡ Gebruik uitsluitend verse levensmiddelen.
¡ Controleer voor het vacumeren de kwaliteit van de
levensmiddelen.
¡ Vacumeer uitsluitend koude levensmiddelen, het
beste met een temperatuur tussen 1 °C – 8 °C.
¡ Begin met de laagste aanbevolen vacumeerniveaus.
Zo lukt het nl
39