Laat nooit toe dat de grasmaaier bediend wordt
▪
door kinderen of personen die niet vertrouwd zijn
met deze gebruiksinstructies van de grasmaaier.
Lokale regelgeving kan beperkingen opleggen aan
de leeftijd van de gebruiker.
Maai nooit wanneer er personen, en vooral
▪
kinderen of dieren dicht in de buurt zijn.
De operator of gebruiker is verantwoordelijk
▪
voor ongevallen of gevaren t.o.v. andere personen
en hun eigendommen.
Gebruik de maaier niet op blote voeten of met
▪
open sandalen aan; draag altijd stevig schoeisel en
een lange broek.
Controleer grondig het gebied waar de maaier
▪
gebruikt gaat worden en verwijder alle stenen,
stokken, draden, gebeente en andere vreemde
voorwerpen.
Controleer altijd vóór het gebruik visueel of de
▪
messen, de montagebouten ervan en het maaiblok
niet beschadigd of versleten zijn.
Vervang versleten of beschadigde messen altijd
▪
per set om de balans te behouden.
Maai enkel bij daglicht of bij voldoende
▪
kunstlicht.
Vermijd indien mogelijk het gebruik van de
▪
maaier op nat gras.
Wandel, loop nooit.
▪
Gebruik het toestel niet met defecte kappen of
▪
afschermingen of zonder dat de
veiligheidsvoorzieningen, zoals bijvoorbeeld de klep
van de uitwerpopening of de grasopvangzak, op
hun plaats zitten.
Maaien op hellingen kan gevaarlijk zijn:
▪
Vermijd zeer steile hellingen.
Zorg altijd voor een stabiele positie op hellingen
of nat gras.
Maai haaks op de helling – nooit van boven naar
onder.
Wees bijzonder voorzichtig wanneer u op een
helling van richting verandert.
Wees bijzonder voorzichtig wanneer u
achterwaarts stapt of wanneer u de grasmaaier naar
u toe trekt.
Laat de messen eerst tot stilstand komen
▪
wanneer de maaier moet gekanteld worden voor
het transport over een andere ondergrond dan gras
alsook wanneer u de grasmaaier naar
het maaigebied toe brengt en er terug van weghaalt.
Kantel de machine niet tijdens het starten of het
▪
aanzetten van de motor, behalve indien
de machine gekanteld moet worden om in lang gras
te kunnen starten. Kantel ze in dit geval niet meer
dan nodig is en kantel enkel de kant die het verst
van de gebruiker verwijderd is. Zorg er altijd voor
dat beide handen zich op de juiste plaats bevinden
om met de machine te werken, vóór u de machine
terug neerzet.
Zet de grasmaaier volgens de instructies aan en
▪
hou de voeten ver uit de buurt van de messen.
Hou uw handen of voeten niet onder of in de
▪
nabijheid van draaiende onderdelen.
Ga nooit voor de uitwerpopening staan.
▪
Til nooit de maaier op of draag hem nooit
▪
wanneer de motor nog draait.
Zorg dat alle bewegende onderdelen volledig tot
▪
stilstand zijn gekomen:
wanneer u de maaier achterlaat
vóór u blokkeringen opheft of verstoppingen van
het uitlaatkanaal verwijdert
vóór het controleren, reinigen of werken aan de
maaier
wanneer een vreemd voorwerp werd geraakt.
Controleer op schade aan de maaier en voer
de nodige herstellingen uit vóór u de maaier
opnieuw start en ermee werkt
Wanneer de maaier abnormaal begint te trillen,
▪
is een onmiddellijke controle noodzakelijk:
controleer op blokkeringen
voer de nodige herstellingen uit op beschadigde
onderdelen
zorg dat alle moeren, bouten en schroeven stevig
zijn aangedraaid.
Hou alle moeren, bouten en schroeven stevig
▪
vast aangedraaid om ervoor te zorgen dat de
grasmaaier in een goede werktoestand verkeert.
Controleer de grasopvangzak regelmatig op
▪
slijtage of sporen van ouderdom.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen in
▪
het belang van de veiligheid.