op een andere wijze wordt gebruikt, bestaat er een
risico van brand of ontploffing.
Houd de batterijlader schoon. De verontreiniging
kan een elektrische schok veroorzaken.
Controleer de batterijlader, de kabel en de stekker
voor elk gebruik. Gebruik de batterijlader niet als
deze gebreken vertoont. Open de batterijlader niet
zelf en laat deze alleen herstellen door bekwaam
personeel dat originele wisselstukken gebruikt.
Beschadigde batterijladers, kabels en stekkers
verhogen het risico van elektrische schok.
Gebruik de batterijlader niet op gemakkelijk
ontvlambare oppervlakken (bijvoorbeeld papier,
textiel enz.) of in omgevingen die kunnen
ontbranden. Er bestaat een brandrisico door
verhitting van de batterijlader tijdens het opladen.
Het netsnoer kan niet worden vervangen. Als de
kabel is beschadigd, het hoort draaien op de
verkoop.
Het netsnoer kan niet worden vervangen. Als de
kabel is beschadigd, moet het apparaat zetten naar
de prullenbak.
Pictogrammen op de oplader
De volgende pictogrammen zijn van toepassing op
de oplader
Klasse II - De machine is dubbel
geïsoleerd een aardedraad is
daarom niet nodig.
Gebruik de lader enkel
binnenshuis.
Storingbestendige
scheidingstransformator.
Thermische
beveiligingsschakelaar.
LI-ION BATTERIJ
Voordelen van Li-ion batterijen:
- Li-ion batterijen hebben een hogere
capaciteit/gewichtsverhouding (meer vermogen uit
een lichtere en meer compacte batterij)
- Geen geheugeneffect meer (capaciteitsverlies na
een aantal laad/ontlaadcycli) zoals bij
andere types batterijen (NiCD, NiMH).
- Beperkte zelfontlading
Laad het batterijpack enkel op
met de meegeleverde lader.
Verzeker u er van dat de
netspanning 230 V AC 50 Hz
is.
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
Controleer of de op het
typeplaatje van de machine
overeenkomt met de ter
WAARSCHUWING!
Verpakkingsmateriaal is geen
speelgoed! Kinderen mogen niet
spelen met plastic zakken!
Gevaar voor verstikking!
BIJKOMENDE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR
GRASMAAIERS
Dit toestel mag niet door kinderen gebruikt
▪
worden. Men moet erop toezien dat kinderen
niet met het apparaat spelen. Reiniging en
onderhoud mogen niet door kinderen uitgevoerd
worden.
Dit toestel kan gebruikt worden door personen
▪
met een fysieke, zintuiglijke of mentale beperking of
personen met gebrek aan kennis en ervaring, op
voorwaarde dat ze onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen betreffende het veilig
gebruik van het gereedschap en dat zij de eruit
voortvloeiende gevaren begrijpen.
Maak uzelf vertrouwd met de instructies en het
▪
correct gebruik van de machine.
Vermijd het dragen van losse kleding of kleding
▪
met loshangende koordjes of riemen.
Versleten of beschadigde onderdelen moeten
▪
vervangen worden.
Wees bijzonder voorzichtig wanneer u met de
▪
maaier van richting verandert en wanneer u hem
naar u toe trekt.
Start de motor niet wanneer de grasopvangzak
▪
niet geïnstalleerd is.
Wees u ervan bewust dat, bij machines met
▪
meerdere snijbladen, het bewegen van een
messendrager kan leiden tot het bewegen van de
andere messen die erop gemonteerd staan.
Zorg ervoor dat uw vingers niet gekneld raken
▪
tussen de beweegbare snijmessen en de vaste
machineonderdelen wanneer u de machine afregelt.
Laat de motor afkoelen vóór u de machine
▪
opbergt.
Wanneer u onderhoud aan het mes uitvoert,
▪
hou er dan rekening mee dat de messen nog
kunnen bewegen, ook wanneer de stekker uit het
stopcontact is.
Vervang versleten en beschadigde onderdelen
▪
om het toestel veilig te houden. Gebruik enkel
originele vervangonderdelen en accessoires.
De machine moet gebruikt worden met een
▪
aardlekschakelaar met een uitschakelstroom
die niet hoger is dan 30 mA.
vermelde spanning
plaatse beschikbare
netspanning.