BEDIENING
Toestelbeschrijving
2.3
CE-logo
Het CE-logo geeft aan dat het toestel voldoet aan alle fundamen-
tele vereisten:
- Richtlijn voor de elektromagnetische compatibiliteit
- Laagspanningsrichtlijn
2.4
Keurmerk
Zie het typeplaatje op het toestel.
3.
Toestelbeschrijving
Het toestel is een elektrisch convectieverwarmingstoestel voor
wandmontage.
Het toestel is bijv. geschikt als volledige verwarming of als verwar-
ming voor het tussenseizoen of aanvullende verwarming in kleine
ruimten, zoals een hobbykamer of logeerkamer.
De lucht in het toestel wordt door een verwarmingselement ver-
warmd en treedt via natuurlijke convectie aan de bovenzijde door
het luchtuitlaatrooster naar buiten. Door openingen aan de onder-
zijde van het toestel stroomt koele lucht het toestel in.
De buitenbehuizing van het toestel is gemaakt van geëmailleerde
staalplaat.
Op de achterzijde van het toestel bevinden zich een temperatuur-
sensor en een bedieningseenheid.
Het toestel is uitgerust met een veiligheidstemperatuurbegrenzer
die het toestel bij gevaar van oververhitting uitschakelt.
4.
Instellingen
4.1
Bedieningseenheid
De bedieningseenheid bevindt zich aan de achterzijde rechtsboven
en kan van boven worden bediend.
1
2
1 Verwarmingslampje
2 Schuifschakelaar
3 Temperatuurinstelknop
Met de schuifschakelaar kiest u de gewenste werkwijze of schakelt
u het toestel uit.
Met de temperatuurinstelknop stelt u de kamertemperatuur in
(10 - 30 °C).
Het verwarmingslampje gaat branden als het toestel de ruim-
te verwarmt. Als de gewenste temperatuur is bereikt, dooft het
verwarmingslampje.
www.stiebel-eltron.com
3
4.2
Bedrijfsstanden
Symbool Werkwijze
Toestel is uitgeschakeld
Comfortwerking
Verlaagde werking
Programmawerking
Vorstbescherming
4.2.1 Comfortwerking
In comfortwerking wordt het toestel automatisch uitgeschakeld
als de gewenste kamertemperatuur is bereikt. Het toestel houdt
de kamertemperatuur constant door geregeld bij te verwarmen.
Ga als volgt te werk om de comfortwerking in te schakelen:
f Zet de schuifschakelaar in de stand voor comfortwerking.
f
f Draai de temperatuurinstelknop naar links om de gewenste
f
kamertemperatuur in te stellen.
Info
Als u met twee toestellen in twee ruimten dezelfde tem-
peratuur wilt bereiken, kunt u op elk toestel een andere
temperatuur instellen.
Hetzelfde geldt als er meerdere toestellen in één ruimte
staan opgesteld.
Info
Als er een raam openstaat, wordt het toestel misschien
niet uitgeschakeld door de kamerthermostaat.
f Schakel het toestel uit tijdens het ventileren om een
f
te hoog stroomverbruik te vermijden.
4.2.2 Verlaagde werking
Bij verlaagde werking wordt de voor comfortwerking ingestelde
kamertemperatuur automatisch met ongeveer 3,5 °C gereduceerd.
Schakel verlaagde werking in als u langer dan 2 uur afwezig zult
zijn.
f Zet de schuifschakelaar op verlaagde werking.
f
f Draai de temperatuurinstelknop naar links om de gewenste
f
kamertemperatuur in te stellen.
4.2.3 Programmawerking
U kunt het toestel met behulp van de ingebouwde stuurkabel
aansluiten op een optioneel besturingstoestel (zie het hoofdstuk
"Installatie/elektrische aansluiting").
Afhankelijk van de instellingen van het besturingstoestel werkt het
toestel op bepaalde tijden van de dag in de standen comfortwer-
king, verlaagde werking of vorstbeschermingswerking.
Als u de schuifschakelaar zonder aangesloten besturingstoestel
op programmawerking zet, werkt het toestel in comfortwerking.
CNL 50-100 |
33