4.3 Aanpassen van de
draagsledes
1. Breng de draagsledes (1, 6 en 11) voordat
u er het been van de patiënt op legt
zoveel mogelijk in de te verwachten
positie.
− De voetplaat (11) stelt u in op de lengte
van het onderbeen van de patiënt door
het losdraaien van de stelschroef (8)
(Afb. C).
Door het losmaken van de klemhendel
(13) past u de voetplaat aan voor de ro-
tatie en hoogte van de patiënt (Afb. D).
Door het losdraaien van de stelschroe-
ven (12) past u de hellingshoek aan de
voet van de patiënt aan (draai de stel-
schroeven meerdere slagen los, zodat
de voetplaat zonder weerstand versteld
kan worden).
Voor kleinere patiënten kan de be-
vestigingsbeugel van de voetplaat 180°
omgedraaid worden (Afb. H), zodat de
voetplaat ook aangepast kan worden
voor kortere onderbeenlengtes:
• Maak de klemhendel los (13) en ver-
wijder de voetplaat (11).
• Draai de stelschroeven los (12).
• Draai de bevestigingsbeugel 180°.
• Breng de voetplaat weer aan de beu-
gel aan en sluit de klemhendel.
Opmerking!
Let er bij het verplaatsen van de voet-
plaat op dat de taps onder de klemhen-
del precies in de uitsparingen van de
bevestigingsbeugel vallen.
− De onderbeenslede (6) en de dijbeens-
lede (1) kunt u door het openen van de
klemhendels (2 en 7) in hoogte verstel-
len (Afb. E/F).
2. Leg nu het been van de patiënt in de
slede en stel de slede nu precies in door
middel van het herhalen van de onder 1
beschreven stappen.
Voorzichtig!
m
Beschadiging van het apparaat –
Dek de beenslede af met tissuepapier,
als u de ARTROMOT®-K1 classic direct
postoperatief gebruikt. Zo voorkomt u
eventuele kleurveranderingen.
Voorzichtig!
m
Gevaar voor de patiënt –
Let erop dat de draaihoeken van de
bewegingsslede en het kniegewricht
zowel in het verticale als horizontale
vlak overeenstemmen (afbeelding G).
Pictogram 1:
Afmeten van de
femurlengte van de
patiënt van de
trochanter major
tot de gewrichts-
spleet van de knie.
Pictogram 2:
Bewegingsslede
in uitgangspositie
laten komen
(zie 4.1) en de ge-
meten femurlengte
instellen op de slede.
Pictogram 3:
Hoogte van de
onder- en boven-
beenslede instellen.
Voetplaat aanpas-
sen aan de hoogte
en lengte van het
onderbeen.
135