Instellen Van Het Apparaat; Het Aansluiten Van Het Apparaat, Functiecontrole; Aanpassen Van De Femurlengte - DJO ARTROMOT-K1 classic Mode D'emploi

4. Instellen van het apparaat

Opmerking: Klap voor een overzicht van
de afzonderlijke stappen bladzijde III en
VI uit!
4.1 Het aansluiten van het
apparaat, functiecontrole
Het apparaat wordt geleverd met de
volgende onderdelen:
basisapparaat, afstandsbediening (19),
stroomkabel (zonder afbeelding), ge-
bruiksaanwijzing
1. Sluit de afstandsbediening (19) op de
hiervoor bestemde aansluiting (14)
aan, waarbij u stekker in de aansluiting
steekt en de bajonetsluiting sluit.
2. Sluit de stroomkabel aan op de aan-
sluitbus (15) op het apparaat en steek
hierna de stekker in een stopcontact met
randaarde (100–240 Volt, 50/60 Hertz).
3. Schakel het apparaat aan door middel
van de hoofdschakelaar (17).
4. Breng de slede als volgt in de uitgangs-
positie:
Druk op de instelknop voor de extensie,
houd hem ingedrukt en draai hem net
zolang rond tot op de display over de
instelknop 30° verschijnt.
Stel op dezelfde wijze aansluitend met
de instelknop de flexie 35° in.
Druk nu op de START/STOP-knop.
Als de slede naar dit bereik bewogen is
en daar niet automatisch stopt, stopt
u de slede door opnieuw op de START/
STOP-knop te drukken.
Opmerking!
De ARTROMOT®-K1 classic stopt alleen
automatisch in het bereik van de uit-
gangspositie, als de slede zich tijdens het
programmeren van de uitgangspositie
buiten het bereik (30° –35°) bevindt. ((zie
ook: 5.2)
Functiecontrole
Als u de afstandsbediening zoals boven
beschreven kunt bedienen en de ARTRO-
MOT®-K1 classic naar de uitgangspositie
beweegt (zie de waarden van de uitgangs-
positie in paragraaf 4.1), dan werkt het
apparaat foutloos.
Het apparaat voert tijdens het in gebruik
zijn voortdurend intern een functiecon-
trole uit. Stuit het apparaat daarbij op een
fout, dan
− klinkt er een waarschuwingssignaal
− schakelt het apparaat onmiddellijk uit
− verschijnt de melding ERROR met een
storingscode (bv. ERROR 5) op het
display.
In dit geval kunt u het apparaat proberen
te herstarten door de hoofdschakelaar kort
ingedrukt te houden. Controleer hierbij,
als de slede is uitgeschakeld, of de stekker
goed aangesloten is. Mocht de foutmelding
aanhouden, dan mag u het apparaat pas
na controle door de klantendienst weer
gebruiken.
4.2 Aanpassen van de
femurlengte
1. Meet de femurlengte van de patiënt op
van de trochanter major tot de buiten-
ste gewrichtsspleet van de knie (Afb. A).
2. Breng de slede naar de uitgangspositie
(zie 4.1).
3. Stel nu de gemeten waarde in op de
femurschaal (3) van de bewegingsslede
in (Afb. B):
− Draai beide stelschroeven (4) los.
− Trek de schaal (3) tot de gewenste
lengte uit.
− Maak de lengte-instelling weer met
de stelschroeven (4) vast.
Voorzichtig!
m
Beschadigingen aan het apparaat –
Probeer niet het uitschuifbare gedeelte
helemaal uit de femurschaal te trekken.
134