3. INSTALLATIE, GEBRUIK EN AFBOUW
3.1 Voorafgaande voorwaarden bij het opstellen en het gebruik
- Hoogte: tot 2000 m
- Relatieve vochtigheid: 80%
- Toegewezen graad van milieuverontreiniging: 2
Alvorens de dynamometer op te stellen en te gebruiken, is het verplicht:
a) te controleren of er geen krachtwaarde aangegeven wordt terwijl het toestel niet in
gebruik is. Raadpleeg, in het tegenovergestelde geval hoofdstuk 11 Bedrijfsstoringen en
oplossingen.
b) te controleren of het elektrisch laadniveau van de batterijen van de sonde en van de accu
van de display voldoende is.
c) zich van de juiste radioverbinding verzekeren tussen de receptor en het displaykastje.
d) te controleren aan de hand van pictogram "ID" of het serienummer van de sonde op het
etiket van de sonde identiek is aan het serienummer van de sonde dat door de display
aangegeven wordt (zie § 6.2.2 en § 6.2.3).
3.2 Installatie, Gebruik, Afbouw
Raadpleeg de documentatie van de LLX1 receptoren.
NL
4. VERBODEN GEBRUIK
HET IS VERBODEN:
• De dynafor
specifieke risico-analyse uit te voeren.
• Het lichaam van het toestel te wijzigen door het te bewerken, te doorboren of
andere procédés aan te wenden.
• De dynafor
• Electrisch te lassen met de dynamometer in het massacircuit.
• De sonde of de display te demonteren of te openen.
• Het toestel te gebruiken voor andere doeleinden dan deze die in deze handleiding
beschreven zijn.
™
te gebruiken in een hijslijn voor personen zonder voorafgaand een
™
te gebruiken boven hun maximale capaciteit.
10