4
ONDERHOUD
4.20 ACHTERUITDRAAIEN VAN KOOIEN __________________________________________
!
WAARSCHUWING
Om ernstig letsel te voorkomen moeten handen, voeten
en kleding op veilige afstand van draaiende kooien
worden gehouden.
Koolmonoxide in de uitlaatgassen kan bij inademing
dodelijk zijn. Bedien de motor nooit zonder afdoende
ventilatie.
Controleer de kooimessen en het ondermes om te bepalen of
de snijranden door achteruitdraaien of slijpen dienen te
worden hersteld.
Als de slijtage of beschadiging te ernstig is om de snijranden
door leppen te herstellen, moeten ze opnieuw worden
geslepen.
Achteruitdraaien (leppen):
1.
Laat de kooien op de grond neer, ontkoppel alle aandr-
ijvingen, trek de parkeerrem aan en zet de motor stil.
2.
Los borgmoer (D) op de klepsteel.
3.
Open de motorkap en zet de achteruitdraaischakelaar
(B) in de ACHTERUIT-stand. Start de motor en zet de
gashendel op laagstationair.
4.
Zet de maaierschakelaar op het instrumentenpaneel in
de ACHTERUIT-stand. De kooien beginnen te draaien.
5.
Zowel de voorste als achterste kooien bevatten een
verstelbare klep (C) om hun snelheid te regelen. De
voorste klep bestuurt de drie kooien aan de voorkant en
de achterste klep de twee kooien achteraan. Draai de
kleppen linksom voor vermindering van de kooisnelheid.
6.
Nadat de gewenste snelheid is afgesteld, dienen de
kooien te worden ontkoppeld en de motor te worden
stilgezet. Draai moer (D) vast om de afstelling te borgen.
Start de motor en zet de maaierschakelaar in de
ACHTERUITSTAND om met leppen te beginnen.
7.
Breng lappasta met een langstelige borstel op over de
volle lengte van het kooimes.
8.
Nadat de messen gelijkmatig zijn aangescherpt, moet de
overgebleven pasta er grondig worden afgewassen.
9.
Herhaal dezelfde procedure bij alle andere kooien.
10. Na het leppen dient de maaierschakelaar in de UIT-stand
te worden gezet (middenpositie) en de achteruitdraais-
chakelaar (B) in de VOORWAARTSE rotatiestand.
Belangrijk:
De
snelheidsregelkleppen
uitsluitend de achterwaartse snelheid. Zodra de gewenste
achteruitdraaisnelheid is ingesteld, kunnen de kleppen in deze
NL-28
All manuals and user guides at all-guides.com
beperken
positie
blijven
voor
normaal
achterwaartse snelheid is
bediening van verticale maaiers, kan de klep geheel worden
gesloten (rechtsom draaien).
C
ILLUSTRATIE VAN ACHTERSTE
,
KOOIKLEP
HERHALEN BIJ
VOORSTE KLEP
maaien.
Als
de
volle
vereist, bijvoorbeeld tijdens
B
LF021
Afb. 4E
D
LF022
Afb. 4F