3
AFSTELLINGEN
3.5
FLASH ATTACH___________________________________________________________
Installatie van de maaieenheden
1.
Plaats iedere maaieenheid voor zijn eigen hefarm. Til
de hefarm op en positioneer de maaieenheid zodanig
dat juk (T) in lijn is met het draaihuis (S). Laat de arm
zorgvuldig neer op het juk, steek pen (K) door het gat in
het juk, bevestig opsluitklem (L) en installeer de kap
(M).
2.
Monteer de motors (N), met de slangen eraan
bevestigd,
aan
de
motorgroefvertanding en -koppeling schoon. Breng
Moly
2
EP
vet
kooigroefvertanding.
Reinig
pervlak grondig. Schuif de motor in het lagerhuis. Bij
125 mm kooien wordt de motor op zijn plaats gesloten
door de twee motorklemmen (O), met de gebogen kant
in de richting van het hart van de motor wijzend, in de
montagepennen (P) te steken. Bij 175 mm kooien dient
de sleutel (Q) op het lagerhuis handvast te worden
gedraaid.
3.
Breng de kooien omhoog en installeer de veerstiften
voor de neerwaartse druk (V, Afb. 3F). Als de
maaihoogte niet is veranderd, dienen de stiften in
dezelfde stand te worden gezet als waar ze zich
bevonden toen de kooien werden verwijderd.
Verwijdering van de maaieenheden
1.
Laat de kooien op de grond neer en verwijder de veer-
stiften (V, Afb. 3F) - goed onthouden wat hun positie
was!
2.
Bij 125 mm kooien dienen de motorklemmen (O) te
worden verwijderd, terwijl bij 175 mm kooien de sleutel
(Q) op het lagerhuis moet worden losgedraaid. Trek de
motor voorzichtig uit de maaieenheid.
3.
Zet de motor met zijn slangen voldoende ver van de
maaieenheid op een veilige plaats. Om vervuiling en
beschadiging van de interne delen te voorkomen, dient
de lagerhuisholte (R) te worden afgedekt
4.
Verwijder kap (M) van de hefarm. Maak de opsluitklem
(L) los van de pen (K), die vervolgens moet worden
verwijderd.
5.
Breng de arm voorzichtig tot de maaieenheid kan
worden verwijderd.
NL-12
All manuals and user guides at all-guides.com
maaieenheden.
Maak
de
aan
op
de
inwendige
het
motormontageop-
M
L
K
S
175 mm
T
Q
R
125 mm
P
N
N
O
LF010
Afb. 3E