6. Aansluitingen en bedieningselementen
(1)
Toets OPEN/CLOSE
Met deze toets wordt de cd-lade geopend.
Als de cd-speler in de afspeelmodus staat, kan de cd-lade niet worden geopend.
(2)
10-cijferig toetsenblok
Met deze toetsen kunnen afzonderlijke titels op de cd rechtstreeks worden geselecteerd.
(3)
Toets PITCH-BEND -
Met deze toets kan de afspeelsnelheid van de cd-speler tijdelijk worden verlaagd.
(4)
Toets PROG/FOLDER/ID3
CD-modus: Met deze toets kan de nummervolgorde worden geprogrammeerd. U kunt een individuele
afspeelvolgorde met maximaal 20 nummers vastleggen.
Een gedetailleerde beschrijving van deze functie vindt u onder het punt „Programmeren en afspelen
van een titelreeks" in een hoofdstuk verderop in deze gebruiksaanwijzing.
MP3-modus: Door te drukken op een toets springt de toonopnemer bij cd's met meerdere mappen steeds naar
het begin van de volgende map.
(5)
Toets REPEAT
Deze toets activeert de herhaalfunctie.
1 x drukken >
de huidige titel wordt herhaald, op het display staat REPEAT 1
2 x drukken >
de huidige map op de cd wordt herhaald, op het display staat REPEAT FOLDER (alleen bij
cd's met een mappenstructuur)
3 x drukken >
de gehele cd wordt herhaald, op het display staat REPEAT ALL
4 x drukken >
de REPEAT-functie wordt weer uitgeschakeld
(6)
Toets titelsprong achteruit |
Met de titelsprongtoetsen kan een willekeurige titel op de cd worden geselecteerd. Door de toets ingedrukt te
houden, loopt u versneld door de nummers.
(7)
SGL/CTN - toets
Deze toets schakelt de cd-speler tussen het afspelen van afzonderlijke titels (SINGLE) en het continu afspelen
van titels (CONTINOUS). Bij het afspelen van afzonderlijke nummers gaat het apparaat na elk afgespeelde
nummer naar de pauze-modus; bij het continu afspelen van nummers gaat het apparaat pas na het afspelen van
de gehele cd naar de pauze-modus.
All manuals and user guides at all-guides.com
75