LET OP! Behandel sensibele plekken in geval
van twijfel niet, omdat ze anders kunnen worden
beschadigd. Controleer eventueel eerst op een onopval-
lend plekje. Bij de reiniging van sensibele oppervlakken
(bijv. planten) moet u altijd een minimale afstand van ca.
20 tot 40 cm aanhouden en een direct contact met de
stoom vermijden.
Werken met de stoomreiniger
Druk de stoomtoets en richt de stoomstraal op de vlak-
ken die moeten worden gereinigd. Maak het vuil door
heen en weer bewegen van de straal los. Zodra u de
stoomtoets loslaat, stroomt geen stoom meer uit. Het
losgemaakte vuil kunt u met een schone doek of zeem
afwissen. Voorzichtig! Bepaalde vlakken kunnen zeer
heet worden.
Richt de straal nooit te lang op een plek. Probeer de
stoomreiniger altijd eerst op een onopvallend plekje!
Gebruik voor de reiniging van houten vloeren en lino-
leum altijd de reinigingsdoek.
De stoomreiniger is niet geschikt voor onverzegelde hou-
ten vloeren, zachte kunststoffen en houten meubels.
Gebruik het apparaat niet op koud glas, omdat de
stoom tot glasbreuk kan leiden.
Een tankvulling is voldoende voor ca. 25 minuten.
Watertank vullen
Wanneer het apparaat ingeschakeld is en geen stoom
meer uitstroomt, is de watertank leeg. Het rode controle-
lampje brandt. Schakel het apparaat met de
in-/uitschakelaar onmiddellijk uit en trek de netstekker uit
het stopcontact. Laat het apparaat minstens 5 minuten
afkoelen voodat u het met water vult.
De stoomveiligheidsklep mag er dan pas verwijderd
worden.
Ook na een afkoelingstijd van 5 minuten is het water in
de tank nog heet. De stoomveiligheidsklep er voorzichtig
uitschroeven, omdat hete stoom kan ontsnappen.
De vulopening van het apparaat mag tijdens het gebruik
nooit geopend worden (reservoir staat onder druk).
Na de stoomreiniging
Schakel aan het einde van de stoomreiniging het appa-
raat uit, trek de netstekker uit het stopcontact en laat het
apparaat volledig afkoelen (ca. 5 minuten).
De stoomreiniger op een droge en koele plaats
bewaren.
All manuals and user guides at all-guides.com
Inbedrijfstelling van het stoomstrijkijzer
(speciale toebehoren)
Beschrijving van het strijkijzer
12: strijkzool met dubbele kamer
13: stoomtoets
14: handgreep van kurk
15: stoomslang met koppelingsstekker
16: controlelampje
17: temperatuurregelaar
1.: Koppelingsstekker aan de stoomslang (15) in het
2.: De neus van de afdekklep in de opening van de stek-
3.: De netstekker in het stopcontact steken.
4.: In-/uitschakelaar (4) op de stoomreiniger inschakelen
5.: Temperatuur van het strijkijzer naar wens met de ther-
ratuur wordt op de thermostaat (17) door een stoomsym-
bool aangeduid. Wanneer deze instelling gekozen
werd, wacht u tot het controlelampje (16) uitgaat. Uw
stoomstrijkijzer is dan bedrijfsklaar. Op de stoomvolume-
regelaar (6) van de stoomreiniger het gewenste stoom-
volume instellen.
Waarschuwing: Het hete stoomstrijkijzer nooit zon-
der toezicht laten staan! Brandgevaar!
15
16
17
stoomopwekking
stopcontact van het apparaat (11) steken. Erop letten
dat de stekker in de juiste richting in het stopcontact
gestoken wordt.
ker laten inklikken om het losraken van de stekker te
voorkomen.
en wachten totdat het stoomcontrolelampje (5) begint
te branden.
mostaat (17) instellen.
LET OP! Een minimale temperatuur voor het
stoomstrijken is noodzakelijk. De minimale tempe-
14
13
12
23