• Op deze pagina wordt het WLAN geconfi gureerd waartoe u later met uw apparaten toegang
kunt krijgen. Indien gewenst, wijzigt u eerste de naam van het WLAN. Voer daarom achter de
„Network Name (SSID)" een willekeurige naam uit letters en cijfers in. Underscores en kop-
peltekens zijn ook toegelaten.
Om de vergrendeling in te schakelen, opent u het menu achter „Security Mode" en selecteert
u het best „WPA2-PSK". Voer in het veld „Pre-Shared Key" een zo veilig mogelijk wachtwoord
in. Hier zijn dezelfde tekens als bij de naam toegelaten. Het wachtwoord moet tenminste 8
tekens bevatten.
Klik nog op de toets „Apply".
• Nu moet de WLAN waarmee u het apparaat wilt verbinden, worden geconfi gureerd. U kunt de
instellingen manueel uitvoeren. Het is echter eenvoudiger om automatisch te zoeken.
Klik daarom op de toets „Scan APs"
120
All manuals and user guides at all-guides.com