• Het apparaat wordt nu opnieuw opgestart en de confi guratie wordt toegepast.
Let op:
Als u het IP-adres hebt gewijzigd, moet u zich na het opnieuw opstarten opnieuw
op de webinterface aanmelden. Voer daarom het gewijzigde IP-aders in de adres-
regel van de browser in. Evt. is het vooraf nodig om uw pc kort van het netwerk af
te koppelen zodat hij een nieuw IP-adres krijgt toegewezen. Anders start u de pc
opnieuw op.
Neem in verband met het thema IP-adres wijzigen ook hoofdstuk 12 a) in acht.
• Indien gewenst, kunt u nu nog andere instellingen wijzigen. Houd ook rekening met hoofdstuk
12 van deze handleiding.
• Om het apparaat als access point in gebruik te nemen, verbindt u een LAN-poort met een
1:1-verbonden netwerkkabel met een vrije LAN-poort van uw router. Het is daarbij eender of u
„LAN1", „LAN2" of de aansluiting „WAN" van het apparaat gebruikt, aangezien de drie poorten
en de WLAN-interface zijn samengeschakeld. Tot slot start u de AP opnieuw door deze kort
van de stroomtoevoer los te koppelen.
De opstelplaats wordt in principe uitsluitend beperkt door de lengte van de netwerkkabel. De
max. toegelaten kabellengte bij 10/100 MBit netwerken bedraagt ca. 100 m.
• De confi guratie is daarmee afgesloten.
Let op:
Als u het IP-adres niet in het DHCP-bereik van uw router hebt gelegd en u later iets
aan de confi guratie wilt wijzigen, gaat u als volgt te werk. Verwijder de verbindings-
kabel naar uw router. Start dan het access point opnieuw op of ontkoppel hem kort
van de stroomtoevoer. Verbind uw pc rechtstreeks met het access point en start
hem opnieuw op. Daarna kunt u, zoals bij de basisconfi guratie, toegang krijgen tot
de webinterface.
All manuals and user guides at all-guides.com
117