mengmachine in het stopcontact [1-24] van
de mengstandaard.
Wikkel de niet benodigde kabel van de meng-
machine op de kabelhouder [1-5]. Er moet
echter een kabelreserve zijn zodat de steun-
arm tot de maximale lengte kan worden uitge-
trokken en nog zijwaarts kan worden gedraaid.
6.3
Montage van spanvoorziening en meng-
bak (speciaal toebehoren)
De mengbak moet altijd worden vastgespannen,
zodat deze stevig vastzit. Dit kan het best gebeu-
ren met gebruikmaking van een als speciaal toe-
behoren verkrijgbare spanvoorziening.
Montage van de spanvoorziening
Plaats de spanvoorziening [1-16] in de daar-
voor bedoelde houder op het onderstel [1-21].
Steek de bijbehorende schroef in het boorgat
en bevestig deze met de moer [1-29] (zie af-
beelding [e]).
Span de mengbak vast
Door het losdraaien van de vastzetschroef [1-
20] kan de spanarm [1-19] op de hoogte van de
mengbak worden ingesteld (zie afbeelding [f]).
Plaats de mengbak op het draadrooster en duw
deze tegen de spanarm.
Draai de vastzetschroef [1-17] los en duw de
spanhaak [1-18] naar achteren tot aan de ko-
lom (zie afbeelding [g]).
Duw de spanarm omlaag tot deze de rand van
de mengbak raakt en de vasthoudbeugel aan
de wand van mengbak ingrijpt.
Druk de aandrukhaak [1-18] tegen de rand van
de mengbak en zet deze in deze stand met de
vastzetknop [1-17] vast.
7
Ingebruikneming
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen wanneer de machine
met een ontoelaatbare spanning of frequentie
wordt gebruikt.
- De netspanning en de frequentie van de
stroombron dienen met de gegevens op het
typeplaatje overeen te stemmen.
- In Noord-Amerika mogen alleen Festool-
machines met een spanningsopgave van
120 V/60 Hz worden ingezet.
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen, elektrische schokken
Haal vóór alle werkzaamheden aan de
machine altijd de stekker uit het stopcontact.
7.1
Mengmachine aansluiten
De mengmachine mag alleen via het be-
dieningsgedeelte of via het stopcontact [1-
24] op het stroomnet worden aangesloten.
Steek de stekker van de stroomkabel van de
mengstandaard in het stopcontact van het
stroomnet en wikkel de rest van de kabel op
de kabelhouder [1-23].
7.2
Mengstandaard in- en uitschakelen (zie
afbeelding [h])
Controleer dat de aan/uit-schakelaar [1-
27] op „0" staat voordat u de mengmachi-
ne inschakelt.
Zet de mengmachine volgens de bijbehorende
bedieningshandleiding in de stand „Continu".
Bij de mengmachines MX 1000, MX 1000/2
en MX 1200 is het gebruik van de in/uit-
schakelaar [1-27] niet mogelijk. De meng-
machine moet direct aan het apparaat
worden in/uitgeschakeld.
Mengstandaard inschakelen:
Zet de aan/uit-schakelaar [1-27] op „I".
Mengstandaard uitschakelen:
Zet de aan/uit-schakelaar [1-27] op „0".
Druk op de noodschakelaar [1-26] wanneer
de bewerking om veiligheidsredenen moet
worden onderbroken.
Wanneer de mengmachine vervolgens weer
moet worden ingeschakeld, moet eerst de aan/
uit-schakelaar [1-27] op „0" en daarna weer
op „I" worden gezet.
Geadviseerd wordt de mechanische toerenta-
linstelling op de eerste snelheidsstand en de
elektronische regeling op ongeveer de derde
stand van de meng- machine in te stellen (in-
dien aanwezig).
De optimale instelling van het toerental moet in
elk geval proefsgewijs worden gecontroleerd.
8
Mengsubstantie aanmaken
8.1
Werkzaamheden met mengmachine met
één as (zie afbeelding [i])
Bij werkzaamheden met een mengmachine met
één as moet dit gemonteerd zijn zoals op de af-
beelding weergegeven.
8.2
Werkzaamheden met een mengmachine
met twee assen (zie afbeelding [j])
Bij werkzaamheden met een mengmachine met
twee assen, bijvoorbeeld MX 1600/2 DUO, moet
deze gemonteerd zijn zoals op de afbeelding aan-
gegeven. Let er daarbij op dat de mengmachine
in de spanvoorziening wordt gespannen met de
30