Veiligheid
1.8
Veiligheidsaanwijzingen voor ingebruikname
De meetomvormer is na de montage en installatie van de aansluitingen gebruiksklaar.
De parameters zijn in de fabriek ingesteld.
Controleren of de aangesloten leidingen goed vast zitten. Een goede werking is alleen mogelijk
als de aangesloten leidingen goed vast zitten.
1.9
Veiligheidsinstructies t.a.v. de werking
Voorafgaand aan het inschakelen dient u te waarborgen dat aan de in het hoofdstuk
"Technische gegevens" resp. op het informatieblad aangegeven omgevingscondities voldaan is
en dat de spanning van de energievoorziening overeenkomt met de spanning van de
meetomvormer.
Als het aan te nemen is dat een veilige werking niet meer te garanderen is, dan dient men het
apparaat onmiddellijk buiten werking te stellen en tegen onopzettelijk herinschakelen te
beveiligen.
8 - NL
TTF300
CI/TTF300-X1