4
Bediening
4.1
In- en uitschakelen
– Afbeelding A: om het apparaat in te schakelen, schuift u de aan-/uitschakelaar 4
naar voren.
– Om het apparaat uit te schakelen, schuift u de aan-/uitschakelaar naar stand 0.
4.2
Kamopzetstuk
– Afbeelding B: schakel de trimmer uit en schuif het kamopzetstuk 11 op de
messenkop 5, totdat dit vastklikt.
– Vervolgens kunt u het haar zoals gewend met de trimmer scheren.
– Afbeelding C: het kamopzetstuk 11 kan worden ingesteld op 4 verschillende
scheerlengtes (ca. 3 tot 6 mm). Daarvoor schuift u het in de gewenste positie
op de messenkop 5.
Hoe verder het kamopzetstuk 11 wordt ingeschoven, des te korter is de scheerlengte.
5
Reiniging en verzorging
Om een probleemloze functie en het volledige prestatievermogen van uw trimmer te
waarborgen, dient u het apparaat regelmatig te reinigen en te oliën.
Messenkop reinigen en oliën
Bij regelmatig gebruik van het apparaat dient de messenkop 5 ten minste een-
maal per dag grondig te worden gereinigd en geolied.
– Schakel het apparaat uit.
– Verwijder evt. het kamopzetstuk 11.
– Verwijder de haren met het reinigingsborsteltje 13.
– Afbeelding D: olie de plaatsen waar het onderste en het bovenste scheermes
elkaar raken.
Messenkop verwijderen
De messenkop 5 moet bovendien regelmatig eraf worden genomen om haar-
resten uit het binnenste voorzichtig te verwijderen met het reinigingsborsteltje 13.
– Zorg ervoor dat de aan-/uitschakelaar 4 in de stand 0 staat.
– Verwijderen: Afbeelding E: druk de messenkop 5 met uw duim naar boven
van het apparaat af.
– Plaatsen: plaats de messenkop 5 er van onderaf op en draai hem omhoog
totdat hij vastklikt.
Messenkop vervangen
De messenkop 5 is een slijtonderdeel. Ondanks goed onderhoud zal de scheer-
prestatie op enig moment minder worden. Dan dient u de messenkop te vervan-
gen. De messenkop kan apart als vervangingsonderdeel bij de klantenservice
worden besteld. Het adres en telefoonnummer van de voor u verantwoordelijke,
dichtstbijzijnde klantenservice vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwij-
zing.
Reiniging van het apparaat
– Veeg uw apparaat af en toe af met een vochtige doek en wrijf het vervolgens
droog.
Reiniging van de oplaadcontacten
Wanneer de oplaadcontacten 6 van het apparaat of de oplaadcontacten 1 van
het laadstation 2 vuil zijn, kan het opladen worden onderbroken of belemmerd.
– Reinig de oplaadcontacten 6 met een in alcohol of spiritus gedrenkt watten-
bolletje of doekje.
NEDERLANDS
77