Gebruik met het gereedschap
gemonteerd op de machine
•
Zorg ervoor dat alle veiligheidsvoorzieningen
aanwezig zijn en in goede staat verkeren. Indien
nodig vervangen.
•
Het risicogebied bepalen en afzetten Niemand mag
zich in de risicozone van de machine bevinden
wanneer de machine in bedrijf is. De risicozone van
de machine verschuift tijdens de werkzaamheden. Dit
geldt ook voor de gebruiker.
•
Laat de machine nooit zonder toezicht achter met
draaiende motor.
•
Zet de machine altijd uit voor u hem verplaatst.
•
Trek altijd de stekker uit het contact bij langere
onderbrekingen in het werk.
•
Controleer of alle koppelstukken, aansluitingen en
kabels intact en schoon zijn. Druk de rode
noodstopknop in als zich onverhoopt een noodsituatie
voordoet.
•
Hou alle onderdelen in werkzame staat en zorg ervoor
dat alle bevestigingen goed zijn vastgedraaid.
•
De gebruiker mag alleen die onderhouds- en
servicewerkzaamheden uitvoeren die in deze
gebruiksaanwijzing worden beschreven. Meer
ingrijpende maatregelen moeten door een erkende
servicewerkplaats worden uitgevoerd.
•
Gebruik tijdens onderhoud en reparaties persoonlijke
beschermingsmiddelen en apparatuur om
machineonderdelen mechanisch vast te zetten.
•
Als bij reparatie of het opsporen van fouten de
machine niet ingeschakeld hoeft te zijn, koppel dan de
stroomkabel los en plaats hem ergens waar hij niet
per ongeluk door iemand wordt aangesloten.
•
Leiding- en slangkoppelstukken kunnen onder druk
blijven staan, ook al is de motor uitgeschakeld. Ga er
bij het demonteren altijd van uit dat de slangen onder
druk staan. Wees zeer voorzichtig bij het losmaken
van aansluitingen en gebruik de juiste persoonlijke
beschermingsmiddelen.
•
Gebruik een goedgekeurde hijsinrichting voor het
vastzetten en heffen van zware machineonderdelen.
•
Verschillende onderdelen worden heet tijdens het
werken met de machine. Begin pas met reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden nadat de machine is
afgekoeld.
•
Als het werk klaar is, zet u de arm omlaag en laat u
hem op de grond rusten voordat u de machine
uitschakelt.
94 – Dutch
BEDIENING
Basistechniek
!
!
Transport en opbergen
Het gereedschap hijsen
•
Tijdens het hijsen van het gereedschap bestaat er een
risico dat personen gewond raken of schade aan de
machine of de omgeving ontstaat. Definieer de
risicozone en verzeker u ervan dat er geen andere
personen in deze zone aanwezig zijn tijdens het
hijsen.
•
Gebruik een goedgekeurde hijsinrichting voor het
vastzetten en heffen van zware machineonderdelen.
•
De hijsapparatuur moet worden bevestigd aan alle
hijspunten van de machine.
De last borgen
•
Zet het gereedschap vast op een pallet en verplaats
het met een vorkheftruck.
•
Zet de apparatuur tijdens vervoer goed vast om
transportschade en ongelukken te voorkomen.
Transport
•
Voor transport over korte afstanden kan het
gereedschap bij lage snelheid worden vervoerd terwijl
het op de machine is gemonteerd. Trek het
armsysteem terug. Het zwaartepunt moet zich zo
dicht mogelijk bij het middelpunt van de machine
bevinden.
•
Wanneer bij het laden of lossen een oprijplaat wordt
gebruikt, moet het gereedschap van de machine
worden verwijderd.
Stallen
•
Neem het werktuig van de machine af.
•
Berg de werktuigen op een veilige plek op, waar
onbevoegden er niet bij kunnen. Zorg dat ze in een
stabiele stand staan en niet kunnen omvallen. Als
werktuigen hoog op een helling worden geplaatst,
moeten ze worden vastgezet, zodat ze niet in
beweging kunnen komen of kunnen vallen. Bescherm
de hydraulische koppelstukken van de werktuigen
tegen vuil en beschadiging.
•
Sla de apparatuur op in een afsluitbare ruimte zodat
het buiten het bereik is van kinderen en onbevoegde
personen.
•
Berg de machine en bijbehorende apparatuur op in
een droge en vorstvrije ruimte.
WAARSCHUWING! Het is verboden om
het gereedschap te gebruiken om wat
voor type materiaal dan ook te hijsen,
duwen, trekken, hameren of dragen.
Leun nooit op de schrootschaar om de
aandrijfmachine te heffen of te
verplaatsen.
VOORZICHTIG! Snijden met de punten
zal de bladen verdraaien en de
levensduur ervan verkorten.
Het snijden van staaldraad, gehard staal
en dunne staalplaten kan de
schaarbladen en schaarbladlagers
beschadigen.