Werken met het apparaat
Om een onderhouden gazon te verkrjgen,
bevelen wj u aan, telkens na 4 tot 6 we-
ken te verluchten. Het verticuteren is een
meer intensieve ingreep dan het verluchten
en hoeft daarom slechts één keer per jaar
te gebeuren. Het beste tjdstip is het voor-
jaar na het eerste maaien.
Werk op hellingen altjd
haaks op de helling. Wees
uiterst voorzichtig bj het ach-
teruitstappen en het trekken
aan het apparaat. Er bestaat
struikelgevaar!
Schakel na het werk en voor het
transport het apparaat uit, trek de
netstekker uit en wacht de stilstand
van de wals af.
Hoe korter het gazon gemaaid is,
hoe beter het behandeld kan wor-
den. Daardoor wordt het apparaat
minder belast en wordt de levens-
duur van de wals verlengd.
• U kunt het apparaat met of zonder
vangkooi gebruiken. Om te verluchten,
is het aanbevelenswaardig, met vang-
kooi te werken en om te verticuteren
zonder vangkooi.
• Maai het gazon tot op de gewenste
maaihoogte.
• De verticuteermachine mag niet bj lang
gras gebruikt worden. Het wordt in het
andere geval rond de verticuteerwals
gewikkeld en leidt tot de beschadiging
van het apparaat.
• Kies een geschikte werkstand c.q. ver-
stelpositie (bj sljtageverschjnselen van
de wals), zodat het apparaat niet over-
belast wordt.
• Begin te werken in de nabjheid van het
stopcontact en beweeg van de contact-
doos weg.
• Breng het verlengsnoer altjd achter u
en breng het na het keren aan de reeds
behandelde zjde.
• Leid het apparaat op staptempo in zo
recht mogeljke vlakken. Om volledig te
verluchten of te verticuteren, dienen de
vlakken elkaar altjd enkele centimeters
te overlappen. Door op een bepaalde
plaats te lang te bljven staan, kan bj
een actief apparaat de grasnerf aange-
tast worden.
• Om een belemmering door het verleng-
snoer te vermjden, keert u het apparaat
altjd zodanig, dat de kabel-trekont-
lasting aan de drager steeds naar de
behandelde zjde toegekeerd is.
• Reinig het apparaat telkens na gebruik
(zie „Reiniging/Onderhoud" en "Op-
slag").
• Na de behandeling van grasperken,
waar er veel mos aanwezig is, is het
aanbevelenswaardig, vervolgens extra
te zaaien. De grasvlakte regenereert
dan sneller.
Transport
•
Gebruik voor het transport van het ap-
paraat de transportstand +10 mm (zie
„Werkstand instellen").
•
Til het apparaat voor het transport over
trappen en gevoelige oppervlakten
(bjvoorbeeld tegels) op.
NL
BE
45