10.1 ELEKTRISCHE APPARATEN
Stel het apparaat in werking volgens de instructies en de
aanwijzingen voor het gebruik die te vinden zijn in het ho-
ofdstuk 'INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK', en controleer
het volgende:
• de stroomwaarden van elke fase.
• de inschakeling van de verwarmingselementen.
11 OPLOSSEN VAN STORINGEN
Het apparaat gaat niet aan
Mogelijke oorzaken:
• Problemen in de verbinding van de voedingskabel.
• Breuk van de schakelaar.
• Storing in de elektronische regeling.
Het beweegbare deel beweegt niet
Mogelijke oorzaken:
• Verstopping van het verplaatsingskanaal van het kantelende
deel;
• Breuk van het beweegmechanisme.
Het stralingselement gaat niet aan
Mogelijke oorzaken:
• Het verwarmingselement is defect.
12 VERVANGING VAN ONDERDELEN
Vervanging van het verwarmingselement
• Demonteer het bovendeksel.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
13 REINIGING VAN DE INWENDIGE DELEN
• Controleer de conditie van de inwendige delen van het ap-
paraat.
• Verwijder eventuele vuilafzettingen.
14 BELANGRIJKSTE ONDERDELEN
• Verwarmingselement
• Onderzetrooster
• Besturingsmodule
• Kaart met gebruikersinterface
9