Busch+Müller Line Brex Notice D'utilisation page 26

8 Bediening
Aan- en uitzetten van het achterlicht geschiedt via het display van het rijwiel of via de koplamp. Wordt de
snelheid duidelijk gereduceerd, gaat het achterlicht wezenlijk feller branden en waarschuwt het achterop
rijdend verkeer zo, als remlicht, dat geremd wordt.
Bij een plotseling sterk verminderen van de snelheid (remmen wegens gevaar) wordt het achterop vol-
gend verkeer door een zeer opvallend knipperen van het remlicht een waarschuwing gegeven, dat sterk
wordt geremd (functie bij noodremmen). Zo wordt een extra bescherming tegen aanrijdingen geboden,
om bij rijden in colonne of met kinderen ongevallen te voorkomen!
Voorwaarde voor een correcte werking van de rem- en noodremfunctie is een juiste uitrichting van het
achterlicht (zie: 6. Montage).
9. Aanvullende opmerkingen
Wordt de fiets met water afgespoten, in de regen op de kop geplaatst of ondersteboven op een auto
getransporteerd, dient het achterlicht te worden afgedekt (bijv. met plastic zakken), om te voorkomen, dat
vocht binnendringt.
Afvoeren: Achterlichten met elektronische onderdelen horen niet bij het huisvuil maar moeten als bijzon-
der afval worden verwijderd.
26