6. geBruik een BeVeiligingsBril
– Kiep de lood-zuur-accu niet om. Vermijd elk contact met de accuvloeistof, daar
dit sterk bijtend is. Spoel bij contact de desbetreffende plek (huid, kleding enz.)
direct af met water om de batterijzuren te verdunnen. Bij huidcontact dient u
altijd contact op te nemen met een arts.
– Laad de lood-zuur-accu's bij langere opslag ten minste elke 3 maanden
tussentijds weer op om een volledige ontlading te voorkomen.
– Laat de batterijcontacten nooit kortsluiten.
– Let tijdens het aansluiten van de accu op de polariteit en de laadvoorschriften
van de desbetreffende accu-fabrikant.
7. lAden
AAnsluiting VAn het lAAdtoestel
Het apparaat kan aan ieder reglementair voorgeschreven geïnstalleerd stopcontact
van 230V gebruikt worden.
– Vergewis u in het logboek van de fabrikant van het voertuig, of en hoe de
batterij van het boordnet verbroken moet worden.
– Indien de batterij voor het laden uit een voertuig verwijderd moet worden, altijd
eerst de carrosserie-aansluiting van de batterij afnemen (min –).
– Vóór het laden van een batterij dienen de aansluitingen (batterijpolen) gereinigd te worden
– De polariteit van de batterijpolen controleren. De positieve pool (+) heeft
doorgaans een grotere diameter dan de minpool (–) .
– Vul (indien noodzakelijk na overleg met de fabrikant van de batterij) gedestilleerd
water aan totdat het door de fabrikant van de batterij genoemde niveau bereikt is.
– Gelieve bij onderhoudsvrije batterijen zeer nauwgezet gevolg te geven aan de
door de fabrikant van de batterij gegeven aanwijzingen.
lAden VAn een in het Voertuig ingeBouwde BAtterij
– Vergewis u dat het laadtoestel in eerste instantie niet op het stopcontact aangesloten is.
– Zet de schuifschakelaar aan de achterkant van de oplader op 6V of 12V
(afhankelijk van de loodaccu).
De batterijklem die niet op de carrosserie aangesloten is, dient eerst aangesloten
te worden. Verwijderd van de batterij en de brandstofleiding dient de andere
aansluiting op de carrosserie tot stand gebracht te worden. Dat betekent: bij een
negatieve poolaansluiting van het voertuig eerst de rode laadklem aan de positieve
pool (+), dan – verwijderd van de batterij en de brandstofleiding – de zwarte laadklem
(–) aan de carrosserie of aan het motorblok aanklemmen.
40 | Gebruik een beveiligingsbril