Neem het apparaat in geen enkel geval in gebruik, als de beschermende
isolatie van de elektriciteits- of laadkabel is beschadigd (gekneld, gescheurd
of ingescheurd enz.).
– Werk niet met de lader in ruimtes of bij ongunstige omgevingsvoorwaarden
waar brandbare gassen, dampen, of stoffen aanwezig zijn of kunnen zijn.
– Ventilatiesleuf resp. behuizing nooit bedekken.
– Stel het apparaat niet op in de buurt van warmtebronnen, zoals verwarmingen of
dergelijke! Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht, sterke stofontwikkeling,
mechanische trillingen of schokken.
– Gebruik het apparaat niet in de buurt van of op brandbare of licht ontvlambare
materialen.
– Gebruik evt. een overeenkomstig niet brandbaar oppervlak (bijv. een grote dikke
porseleinen tegel of stenen plaat.
– Plaats of geleid het laadsnoer of elektriciteitssnoer niet in de buurt van brand-
baar materiaal.
– Let erop dat geen licht ontvlambare voorwerpen (o.a. hout, lappen, poetsdoeken)
in de buurt van het apparaat liggen.
– Het laad- of elektriciteitssnoer mag niet worden gewijzigd resp. worden verlengd of
ingekort. De laadkabel mag niet worden geknikt of via hoekige delen worden gevoerd.
– Stroomkabels of leidingen waarmee het apparaat is verbonden, moeten voor en na
gebruik altijd op isolatiegebreken of breuk-, knel- en knikplekken worden gecontroleerd.
– Bij het vaststellen van een fout (beschadiging) in het snoer moet het apparaat direct
buiten gebruik worden genomen. Gebruik het apparaat alleen buiten het voertuig.
Let bij de aansluiting van de acculaadklemmen op een veilige en vaste verbinding.
5. opmerking BetreFFende ingeBruiknAme
– Het apparaat warmt op tijdens het gebruik. Zorg voor voldoende ventilatie. De behuizing
mag niet worden afgedekt! Loodaccu's nooit in een afgesloten container opladen.
– Let tijdens het laden op een goede ventilatie en vermijd een open vuur! Tijdens
het laden kunnen explosieve gassen ontstaan.
– Open voor het laden van de accu met vloeibare zuren de afsluitstoppen van de
afzonderlijke cellen. Laat de accubehuizing gedurende ca. 2 minuten ventileren
opdat de brandgevaarlijke gassen kunnen vervliegen!
– Controleer tijdens het laden regelmatig de vloeistofstand en vul deze, indien
nodig, bij.
– Ook bij langere oplaadtijden (overwintering) regelmatig de vloeistof controleren.
Automatische Oplader AL800
| 39