NL
Motor starten en stoppen
Waarschuwing! Benzine is ont-
vlambaar. Start de motor op een
afstand van minstens 3 m van
de plaats, waar ze ingegoten
wordt.
Dit levert brandgevaar op.
Start het apparaat op een vaste,
effen vloer, zo mogelijk niet in hoog
gras. Vergewis u dat het snoeige-
reedschap noch voorwerpen, noch
de grond raakt.
Voor uw veiligheid: Sta achter het
apparaat als u het start.
Controleer regelmatig benzine en
oliepeil (zie „Ingebruikname") en
vul tijdig bij.
Koude start:
1. Bij de koude start drukt
u 3 x op de
benzinepomp (33)
(Primer).
2. Trek de veiligheidsbeugel (2) in
de richting van de hoofdligger
van de handgreep (1) en houd
deze tegen.
3. Trek aan de startergreep (25).
4. Wanneer de motor start, laat u de
startergreep langzaam terug in
de startkabelgeleiding (3) glijden.
Bij een warme start is het niet no-
dig de primer (33) in te drukken.
70
Als de primer te vaak wordt inge-
drukt, komt er teveel benzine in de
carburator en de motor kan dan
moeilijk worden gestart
Motorstop:
•
Laat de veiligheidsbeugel (2) los. De
motor wordt uitgeschakeld en het mes
wordt geremd.
Messenstopsysteem:
•
Controleer regelmatig het messensto-
psysteem:
Laat de veiligheidsbeugel (2) los. De
motor wordt uitgeschakeld en het mes
wordt geremd. Het mes moet binnen 7
seconden stoppen.
Maaien
1. Start de motor (zie
2. Houd de grijpstang (1) en de veilig-
heidsbeugel (2) tijdens het maaien
vast met beide handen.
Werkinstructies
Algemene werkinstructies
•
Maai zo droog mogelijk gras om de
grasnerf te ontzien.
•
Stel de snoeihoogte zodanig in, dat
het apparaat niet overbelast wordt.
•
Breng het apparaat stapvoets in zo
recht mogelijke stroken. Om compleet
te maaien, moeten de banen elkaar
altijd enkele centimeters overlappen.
•
Beweeg niet achterwaarts.
•
Werk op hellingen altijd dwars op de
helling.
).