3. HOOFDTOEPASSINGEN - SLIMME SENSOR (spanningvoerend)
AT-7000-RE-ontvanger gebruiken
1. Druk op de 'AAN/UIT'-drukknop om de ontvanger in te schakelen en wacht op het
startscherm (opstarttijd is ongeveer 30 seconden).
2. Selecteer de SMART SENSOR-modus met de richtingspijlen om deze bedieningsmodus
te markeren en druk op de gele ENTER-knop.
3. Houd de ontvanger met de Smart Sensor op de achterkant van het toestel, naar het
doelgebied gericht. Als er een "?" in een rode schijf knippert op het scherm, is er geen
signaal gedetecteerd. Plaats de Smart Sensor dichter bij het doelgebied tot het signaal
is gedetecteerd en u een richtingspijl ziet. Als er geen signaal is gedetecteerd, verhoogt
u de gevoeligheid met de knop "+" op de ontvanger. (zie afbeelding 3.1c)*
4. Verplaats de ontvanger in de richting die door de pijl op het scherm is aangeduid
(zie afbeelding 3.1d)
5. Het groene doelsymbool geeft aan dat de ontvanger direct boven de draad is
(zie afbeelding 3.1e). Als de ontvanger de draad niet vergrendelt, vermindert u de
gevoeligheid met de "-" op het toetsenblok of stelt u de zender in om uit te zenden
aan een LAGE signaalmodus.
6. Druk op ENTER wanneer u klaar bent om terug te keren naar het startscherm.
*Opmerking: Houd de ontvanger voor de beste resultaten minstens 1 m van de zender en
zijn testsnoeren om de signaalstoring te minimaliseren en de resultaten van het zoeken van
draden te verbeteren. Selecteer het "Lange" Smart Sensor-bereik in het instellingsmenu als
u werkt met draden die zich meer dan 1 m diep in muren, vloeren of plafonds zitten.
Afbeelding 3.1c
Geen signaal gedetecteerd
Afbeelding 3.1e
Ontvanger vergrendeld op draad
Afbeelding 3.1d
Draad links
13