3. HOOFDTOEPASSINGEN
BELANGRIJKE MEDEDELING. LEES DIT VOORDAT U HET ZOEKEN START
�
Problemen met de signaalonderdrukking vermijden met een afzonderlijke aardaansluiting
Het signaal dat wordt gegenereerd door de zender, creëert een elektromagnetisch veld
rond de draad.
Dit veld is detecteerbaar door de ontvanger. Hoe helderder dit signaal, hoe gemakkelijker
het wordt om de draad te zoeken.
Als de zender bijvoorbeeld wordt aangesloten op twee aangrenzende draden op
hetzelfde circuit (bijvoorbeeld, lijn- en neutrale draden), gaat het signaal in één richting
door de eerste draad en keert het terug (in tegenovergestelde richting) door de tweede.
Dit veroorzaakt de creatie van twee elektromagnetische velden rond elke draad in
tegenovergestelde richting. Deze tegengestelde velden zullen elkaar gedeeltelijk of
volledig neutraliseren, zodat het zoeken van draden moeilijk tot zelfs onmogelijk wordt.
Om het neutraliserende effect te vermijden, moet een afzonderlijke neutrale
aansluitmethode worden gebruikt. Het rode testsnoer van de zender moet worden
aangesloten op de lijndraad van het circuit dat u wilt zoeken en het groene testsnoer op
een neutrale draad, direct op de RDC of op het juiste aansluitpunt op de RCD omdat dit
mogelijk is. Zorg dat de lijndraad en de afzonderlijke neutrale draad aangesloten zijn
op dezelfde RCD, anders zal de RCD uitvallen. Een goede aansluiting wordt aangeduid
door een rode LED die oplicht op de zender. Als de LED UIT is, moet u ervoor zorgen dat
het circuit spanningvoerend is en dat het rode testsnoer is aangesloten op de lijndraad
en de groene op Neutraal. De afzonderlijke neutrale aansluiting creëert de maximale
signaalsterkte, omdat het elektromagnetische veld rond de stroomdraad niet wordt
onderdrukt door een signaal op het retourpad dat langs een aangrenzende draad (lijn
en neutraal) in tegenovergestelde richting stroomt, maar eerder via het afzonderlijke
neutrale circuit. Houd ermee rekening dat de RCD zal uitvallen als een testsnoer op de
aarding in plaats van op de neutrale aansluiting wordt aangesloten. De aardaansluiting
kan worden gebruikt voor circuits die niet door de RCD worden beveiligd.
11