Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Metingen
1
OK
4
OK
9
OK
14
Redox-niveau regelen (optionele redox-set)
Het redox-niveau informeert u over het oxidatiepotentieel, d.w.z. het desinfecterende vermogen van het water.
De laatste stap voor het instellen van de Aquarite LT bestaat uit het regelen van de ingestelde redox-waarde.
Ga als volgt te werk om het optimale redox-niveau van uw zwembad te vinden:
1 : Schakel het filtratiesysteem in van het zwembad (het zout moet gelijkmatig in het zwembad zijn opgelost).
2 : Voeg het chloor toe aan het zwembad, totdat u een niveau van 1 tot 1,5 ppm bereikt. Dit is bereikt met (ongeveer 1 tot 1,5 g/m
water).
Het pH-niveau moet tussen de 7,2 en 7,5 liggen.
3 : Controleer na 30 minuten of het niveau van de vrije chloor in het zwembad (handmatige DPD1 testkit) tussen de 0,8 en 1,0 ppm ligt.
4 : Lees de redox-waarde af die wordt weergegeven op de display en voer deze waarde in als een instelwaarde voor de redox-regeling.
5 : Controleer daags erop het niveau van de vrije chloor (handmatige DPD1 testkit) en van de redox. De regeling eventueel verhogen /
verminderen.
Niet vergeten om periodiek (2-3 maanden) alle parameters van het zwembadwater te controleren (zie tabel) en de redox-sepoint aan te
passen met de bovenstaande procedure.
ENKEL ORIGINELE RESERVEONDERDELEN VAN HAYWARD GEBRUIKEN.
Pagina 14 van 16
2
3
OK
5
OK
10
11
OK
9
De redox-sonde kalibreren:
15
Wordt elke 2 maanden aanbevolen
tijdens het seizoen waarin het
zwembad wordt gebruikt.
10
Kalibreren met de
referentieoplossing 465 mV. Volg
de instructies die op het scherm
verschijnen (afb. 11).
12
Handmatige kalibrering:
Hiermee kunnen de sondes
worden afgesteld op 1 punt (zonder
AquaRite LT
1
Metingen: De instelwaarden en de
meetsondes afstellen.
2
Instelwaarden voor elke meting.
3
Afstellen van instelwaarden.
4
De pH-sensor kalibreren: Het wordt
aanbevolen om dit eenmaal per maand
te doen tijdens het seizoen waarin het
zwembad wordt gebruikt.
6
12
OK
oplossing) - alleen aanbevolen
voor het afstellen van kleine
meetverschillen.
13
Zonder de sonde uit het water te
halen, regelt u met behulp van de
toetsen + / -, de meetinstelling,
zodat deze overeenkomt met zijn
referentiewaarde (lichtmeter of
ander meetapparaat).
14
De temperatuursensor
5
Kalibrering met bufferoplossingen (pH
7-/-pH 10 / neutraal). Volg de instructies
die op het scherm verschijnen (afb. 6).
7
Handmatige kalibrering: Hiermee
kunnen de sondes worden afgesteld op
1 punt (zonder bufferoplossing) - alleen
aanbevolen voor het afstellen van kleine
meetverschillen.
7
OK
13
8
Zonder de sonde uit het
water te halen, regelt u met
behulp van de toetsen +/-,
de meetinstelling, zodat
deze overeenkomt met zijn
referentiewaarde (lichtmeter
of ander meetapparaat).
kalibreren: Hiermee kunnen de
sondes worden afgesteld op 1 punt.
15
Zonder de sonde uit het water te
halen, regelt u met behulp van de
toetsen + / -, de meetinstelling,
zodat deze overeenkomt met zijn
referentiewaarde (thermometer).
De meting moet onder dezelfde
omstandigheden plaatsvinden.
3
Rev. A
8
Publicité
