WASMIDDEL EN TOEVOEGINGEN
GEBRUIKEN
WASMIDDELDOSEERBAKJES
Wasmiddelvakje voor wasfase.
Als u een vloeibaar wasmiddel
gebruikt, dient u dit direct voor
het starten van het programma te
plaatsen.
Vakje voor vloeibare toevoegin-
gen (wasverzachter, stijfsel).
Klep voor waspoeder of vloei-
baar wasmiddel.
VLOEIBAAR WASMIDDEL OF POEDER
A
12
1. Meet het wasmiddel
en wasverzachter af.
2. Doe het wasmiddel
en de wasverzachter
in de compartimen-
ten.
3. Sluit de wasmiddel-
doseerlade voorzich-
tig.
LET OP! Vul de
bakjes nooit tot bo-
ven het niveau
MAX.
De standaardpositie van
de klep is A (waspoeder).
Om vloeibaar wasmiddel
te gebruiken:
1. Verwijder de lade. Duw
de rand van de lade op
de plaats van de pijl
(PUSH) om de lade mak-
kelijk te verwijderen.
B
Wanneer u vloeibaar wasmiddel ge-
bruikt:
•
Gebruik geen gelatineachtige of
dikke vloeibare wasmiddelen.
•
Gebruik niet meer dan 120 ml.
•
Stel de startuitstelfunctie niet in.
A
EEN PROGRAMMA INSTELLEN
1. Draai de programmaschakelaar om het
apparaat aan te zetten en het programma in te
stellen:
•
Het lampje van de knop Start/Pauze
Départ/Pause knippert.
•
Het display geeft de programmaduur weer.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur en de
centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe.
Als u een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde optie
branden.
Als u iets niet goed instelt, toont het
display de melding
EEN PROGRAMMA STARTEN ZONDER EEN
UITGESTELDE START
Druk op de knop Start/Pauze Départ/Pause.
•
Het indicatielampje Start/Pauze Départ/
Pause stopt met knipperen en blijft
branden.
•
Het programma start, de deur wordt
vergrendeld, het lampje
•
De tijd loopt terug in stappen van een
minuut.
2. Zet de klep in stand B.
3. Plaats de wasmiddel-
doseerlade terug in de
ruimte.
Wanneer de klep zich in
stand B bevindt en u
waspoeder wenst te ge-
bruiken:
1. Verwijder de lade.
2. Zet de klep in stand
A.
3. Plaats de wasmiddel-
doseerlade terug in
de ruimte.
.
brandt.