Toestelconfiguratie veranderen
Met de bladerentoets springt u naar
het volgende hoofdmenu
Toestelconfiguratie veranderen
Toestelconfiguratie
Voor elk toestel kan de configuratie
selectief worden veranderd resp.
worden aangepast.
Het toestel moet echter altijd eerst
op de in hoofdmenu 2 beschreven
wijze zijn aangemeld.
Voor elk toestel zijn de configuratie-
punten als submenu's opgemaakt:
nummer directe oproep, chainop-
roepnummer, chainoproep-functie
en ID-toon bij deuroproep
veranderbaar resp. vast te leggen.
Bovendien kunnen de config-gege-
vens per TLN compleet worden
gewist.
Met de programmeertoets gaat u
naar de configuratie voor het
toestel. U begint altijd bij TLN 1.
Met de bladeren-/cursortoetsen kunt
u het toestel kiezen van waaruit u de
configuratie wilt veranderen. (Bijv.
TLN 1)
Met de programmeertoets bevestigt
u het gekozen toestel bijv. TLN 1 en
komt u terecht bij het eerste sub-
menupunt 3.1.
3
Tst. config.
wijzigen met
<OK>
OK
Config.
wijzigen met
<OK>
OK
Config.
wijzigen met
<OK>
Bladeren-toets indrukken
Displayweergave
Programmeertoets indrukken
Displayweergave
tst 1
Bladeren-toets resp. cursortoets
indrukken
Programmeertoets indrukken
Displayweergave
tst 1
57