SPECIALE TOEPASSINGEN
Voor speciale toepassingen, aarzel niet contact op te nemen
met TRACTEL
Functie en beschrijving
De levenslijn tempo 2 is een tijdelijke en vervoerbare, horizontale
levenslijn, conform de norm EN 795, klasse B. De lijn is ook
getest voor een gebruik door 2 personen. De lijn kan aangepast
worden van 1 tot 20 m. De weerstand van de eindverankeringen
moet een minimale breekweerstand van 16 kN bedragen.
Deze uitrusting moet gebruikt worden met een valbeveiligings -
systeem conform de norm EN 363.
Deze uitrusting is geschikt voor een gebruik op een werf in open
lucht en voor een temperatuurbereik gelegen tussen -35°C en
+60°C.
De levenslijn tempo 2 bestaat uit de volgende elementen:
• Een veiligheidssteun van 18 m uit riemen van 35 x 2 uit
polyamide gecertificeerd door TRACTEL
• Met een zelfklemmende spanner Tempo 2 uit verzinkt staal (T).
• Met een beveiligingsriem van 2 m.
• Met een riem van 44 x 4 uit polyamide gecertificeerd door
TRACTEL
®
(S).
• 2 connectors, geplaatst aan één kant van de lijn, op de
genaaide lus van de veiligheidssteun (L) en op de andere kant
op de genaaide lus van de beveiligingsriem (S).
• 2 riemringen AS19 lg 2 m.
• 1 transporttas.
Installatie
Controleer, vóór de installatie van de levenslijn tempo 2, of de
verankerpunten een voldoende mechanische breekweerstand
van 16 kN hebben.
1. Montage
Koppel de connector op de veiligheidssteun (L) van de levenslijn
Tempo 2 op het eerste verankerpunt en vervolgens de tweede
connector op de veiligheidsriem (S) op het tweede verankerpunt.
De twee verankerpunten mogen maximaal op 20 m van elkaar
geplaatst worden. De levenslijn moet zodanig geplaatst worden
dat de hellingshoek in verhouding tot de horizon geen enkel
risico op het glijden van de operator veroorzaakt in de as van de
"Tiroolse"-levenslijn bij het vallen van één of meerdere personen
en in alle gevallen mag deze hellingshoek niet meer dan 15°
bedragen.
Om de spanning van de levenslijn tempo 2 uit te voeren, trek
manueel aan de slappe draad van de veiligheidssteun, parallel
aan de as van de levenslijn om de pijl van de veiligheidssteun
zoveel mogelijk te verminderen. Allemaal de onder spanning
zettende kracht op de slappe streng te behouden. Ontkoppel de
teruglooprem van de spanner om het klemhandvat te bevrijden.
Schakel het klemhandvat in en maak minimum twee toeren uit
zodat de riem zich correct plaatst.
Plaats de teruglooprem opnieuw in positie zodra het toestel
onder spanning staat. Deze bewerking blokkeert het
klemhandvat.
De levenslijn tempo 2 moet op het hoogste punt en op het
minimumpunt op halve manshoogte geïnstalleerd worden.
OPGELET
Controleer, vóór de installatie, of niemand zich onder de
installatiezone van de levenslijn bevindt.
2. Demontage
Om de levenslijn tempo 2 te demonteren, ontkoppel de
teruglooprem van de spanner om het klemhandvat te bevrijden.
S.A.S.
®
®
(L).
Trek aan de gespannen streng van de riem om de pijl aan te
geven.
Ontkoppel vervolgens de twee connectors van de verankerpunten.
OPGELET
Controleer zorgvuldig of niemand op lijn gekoppeld is
voordat men deze ontspant.
Controleer of niemand zich onder de levenslijn bevindt.
Onderzoek vóór gebruik
Controleer:
• Controleer of de spanner (T) geen enkele vervormingen vertoont;
• Controleer visueel de staat van de veiligheidssteun (L);
• Visueel de staat van de beveiligingsriem (S);
• de installatieomstandigheden van het systeem (zie hoofdstuk
"installatie");
• Controleer of de gebruiker geen enkel obstakel tijdens en na
een val kan raken.
• Controleer de compatibiliteit van de valbeveiliging met de
omgeving van de installatie van de levenslijn tempo 2.
• Controleer of de levenslijn goed gespannen is.
Gebruiksvoorwaarden
Om zich op de levenslijn tempo 2 vast te koppelen, gebruiken de
gebruikers als mobiel verankerpunt een connector uit staaldraad
ø 10 mm, conform de norm EN 362.
De valbeveiliging conform de norm EN 353.2, EN 355 of EN 360
moet op het dorsaal verankerpunt van het harnas gekoppeld
worden, conform de norm EN 361.
Gebruik de levenslijn tempo 2 niet onder de volgende
omstandigheden:
Temperatuur van meer dan +50°C en minder dan -40°C.
In chemische omgevingen.
Opslag
De levenslijn tempo 2 moet beschermd tegen vocht en aan een
temperatuur tussen -40° en +50°C opgeslagen worden.
Onderhoud en herstel
Een regelmatig onderhoud dient door de gebruiker te worden
uitgevoerd. Naast de in hoofdstuk "Onderzoek voor gebruik"
beschreven controles, dient het volgend onderhoud te worden
uitgevoerd:
• Als de veiligheidssteun en de beveiligingsriem vuil zijn, met
helder en koud water en eventueel met een beetje wasmiddel
voor delicaat textiel wassen; gebruik een synthetische borstel.
• Als, tijdens het gebruik of wasbeurt, de veiligheidssteun en de
beveiligingsriem nat worden, moet men deze op natuurlijke
wijze in de schaduw, beschermd tegen elke lichtbron laten
drogen.
• Controleer, vóór elk gebruik, visueel de veiligheidssteun en de
beveiligingsriem visueel over de volledige lengte.
• Ernstige, niet zichtbare beschadigingen kunnen de weerstand
van de veiligheidssteun en de beveiligingsriem aantasten.
TRACTEL
®
raadt bijgevolg aan de veiligheidssteun en de
beveiligingsriem niet te laten gebruiken zonder de controle van
een voor de uitrusting verantwoordelijk persoon.
• Zuren, olie en benzine kunnen, in contact met de veiligheids -
steun en de beveiligingsriem, de weerstand ervan aantasten.
De
polyamidevezels
van
beveiligingsriem worden door deze producten aangetast. De
de
veiligheidssteun
en
de
17
NL