Télécharger Imprimer la page

VOLTCRAFT VC-63 Mode D'emploi page 10

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

GEBRUIKSAANWIJZING
O
SPANNINGSTESTER „VC-63"
BESTELNR. 1313885
BEOOGD GEBRUIK
De 2-polige spanningstester wordt gebruikt voor het meten en weergeven van gelijk- en wisselspan-
ningen in elektrische laagspanningscircuits. Het product bevat daarnaast een akoestische en
visuele doorgangstester, en een RCD-test. De stroomtoevoer vindt plaats via twee meegeleverde
batterijen van het type AAA/micro.
De spanningstester voldoet aan de norm voor twee-polige spanningstesters van 12 - 690 V/CAT III,
1000 V/CAT IV, 600 V tot EN 61243-3:2014/EN 60529 en beschermingsgraad IP64 (stofafzetting en
spatwater). Het product is geschikt om in een vochtige of droge omgeving te gebruiken. Het gebruik
tijdens regen of neerslag is niet toegestaan. De spanningstester is ontworpen voor gebruik door
gekwalificeerde elektriciens in combinatie met persoonlijke beschermingsmiddelen.
Het meetapparaat mag met open batterijvak niet worden gebruikt.
Metingen bij ongunstige omgevingsomstandigheden, zoals bijv. stof en brandbare gassen, dampen
of oplosmiddelen, zijn niet toegestaan.
Volg te allen tijde de veiligheidsvoorschriften en alle andere informatie in deze gebruiksaanwijzing op.
Dit product voldoet aan de nationale en Europese wettelijke eisen. Alle voorkomende bedrijfs-
namen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren. Alle rechten
voorbehouden.
OMVANG VAN DE LEVERING
• Spanningstester
• 2x batterij Micro/AAA
• 2x kunststof beschermkap
• 2x 4 mm adapter voor bevestiging op de meetsondes
• Gebruiksaanwijzing
PICTOGRAMVERKLARINGEN
Een bliksem in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een veiligheids-
beperking van elektrische onderdelen in het apparaat
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke aanwijzingen in de gebruiksaanwij-
zing.
Het pijl-symbool vindt u bij bijzondere tips en aanwijzingen voor de bediening.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Bij schade veroorzaakt door het niet raadplegen en opvolgen van deze gebruiks-
aanwijzing, vervalt elk recht op waarborg/garantie! Voor gevolgschade aanvaarden
wij geen enkele aansprakelijkheid!
Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor materiële schade of persoonlijk letsel
veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet opvolgen van de veiligheids-
voorschriften! In dergelijke gevallen vervalt de waarborg/garantie.
• Om veiligheids- en keuringsredenen is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen
van het product niet toegestaan. Demonteer het product niet.
• Het product is geen speelgoed. Wees daarom extra voorzichtig als er kinderen aanwe-
zig zijn.
Gebruik het product op een zodanige manier dat het buiten bereik van kinderen ligt.
• Gebruik het product nooit direct nadat u het van een koude naar een warme kamer
hebt gebracht. De condens die hierbij ontstaat, kan het product onherstelbaar bescha-
digen.
• Vermijd de volgende ongunstige omgevingscondities op de opstelplek of tijdens het
transport:
- Koude of hitte, direct zonlicht
- Stof, brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen
- Sterke stoten, schokken
• Laat het verpakkingsmateriaal niet rondslingeren, dit kan voor kinderen gevaarlijk
speelgoed zijn.
• Behandel het product voorzichtig: door stoten, schokken of een val - zelfs van geringe
hoogte - kan het beschadigd raken.
• Pak tijdens een meting nooit de meetsondes beet en raak nooit direct een meetsonde
aan. Dit kan tot een elektrische schok leiden.
• Grijp tijdens de meting niet voorbij de voelbare greepmarkering.
• Vermijd het gebruik van het apparaat in de onmiddellijke buurt van sterke magnetische
velden of zendantennes. Daardoor kan de meetwaarde worden vervalst.
• Controleer voor en na elke meting uw meetapparaat en de meetdraden op bescha-
digingen. Verricht geen metingen als de beschermende isolatie is beschadigd of het
meetapparaat op enige wijze is beschadigd.
• Wees zeer voorzichtig bij de omgang met wisselspanningen hoger dan 50 V/AC resp.
gelijkspanningen hoger dan 75 V/DC. Het aanraken van een draad onder deze span-
ning kan al leiden tot een levensgevaarlijke schok.
• Het meetapparaat is alleen geschikt om in een vochtige of droge omgeving te gebrui-
ken. Gebruik het apparaat niet in een vochtige omgeving.
VERSIE 10/19
• Let er altijd op dat de meetsondes schoon zijn. Vuile of zelfs verroeste meetklemmen
kunnen tot een foutieve meting leiden.
• De meetsondes mogen alleen aan de daarvoor bestemde handgrepen worden aange-
raakt. Anders loopt u het risico op een levensgevaarlijke elektrische schok.
• Overschrijd nooit de hoogste toegestane spanningswaarden. Bij het overschrijden van
de vermelde waarden wordt het product beschadigd en bestaat levensgevaar. (Zie
paragraaf „Technische gegevens").
• De regeneratietijd die in de „Technische gegevens" is aangegeven, moet strikt worden
nageleefd. Anders kan het product worden beschadigd.
• De aangegeven spanningswaarden zijn nominale spanningen.
• Bij een onderbroken nulleider (N) of aardleiding (PE) wordt niets weergegeven.
• Gebruik het meetapparaat alleen in de toegestane omgevingsomstandigheden (zie
paragraaf „Technische gegevens").
• Monteer de afdekking van de meetsondes altijd als u het meetapparaat niet meer nodig
hebt.
• Bewaar het meetapparaat op een droge, stofvrije plaats als u het niet meer nodig hebt.
• Bij het gebruik van de spanningstester in meetcategorie CAT III en CAT IV wordt aan-
bevolen de meegeleverde kunststof beschermkappen op de meetsonde te plaatsen om
de blootgestelde lengte van de contactpunten te reduceren. Hierdoor wordt het risico
voor een mogelijke kortsluiting tijdens het testen verkleind.
• Afhankelijk van de binnenste impedantie van de spanningstesters, zijn er bij
aanwezigheid van stoorspanning verschillende mogelijkheden met de aanduiding
„Werkspanning aanwezig" of „Werkspanning niet aanwezig".
• Een spanningstester met relatief lage binnenste impedantie zal in vergelijking met de
referentiewaarde 100 kΩ niet alle stoorspanningen met een oorspronkelijke waarde
boven ELV aanduiden. Bij contact met de te testen onderdelen kan de spanningstester
de stoorspanningen door ontlading kortstondig tot een peil onder ELV verminderen.
Na het verwijderen van de spanningstester zal de stoorspanning echter opnieuw haar
oorspronkelijke waarde aannemen.
• Wanneer de aanduiding „Spanning aanwezig" niet verschijnt, wordt met aandrang aan-
bevolen om voor aanvang van de werkzaamheden de aardingsinrichting in te stellen.
• Een spanningstester met relatief hoge binnenste impedantie zal in vergelijking met de
referentiewaarde 100 kΩ bij aanwezige stoorspanning, „Werkspanning niet aanwezig"
niet uitdrukkelijk aanduiden.
• Wanneer de aanduiding "Spanning aanwezig" bij een onderdeel verschijnt, dat
gescheiden is van de installatie, wordt met aandrang aanbevolen om met bijkomende
maatregelen (bv. gebruik van een geschikte spanningstester, visuele controle van het
ontkoppelpunt in het stroomnetwerk, enz.) zich te vergewissen van de toestand "Werk-
spanning niet aanwezig" van het te testen onderdeel en vast te stellen dat de door de
spanningstester aangeduide spanning een stoorspanning is.
• Een spanningstester met de aanduiding van twee waarden van de binnenste impedan-
tie heeft de controle van zijn uitvoering ter behandeling van stoorspanningen afgerond
en is (binnen de technische grenzen) in staat werkspanning van stoorspanning te
onderscheiden en het spanningstype direct of indirect aan te duiden.
CAT I
Meetcategorie I voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten die niet di-
rect via de netspanning worden gevoed (bijv. apparaten op batterijen, etc.)
CAT II
Meetcategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten die via een
netstekker direct met netspanning worden gevoed. Deze categorie omvat ook alle klei-
nere categorieën (bijv. CAT I voor het meten van signaal- en stuurspanningen).
CAT III
Meetcategorie III voor metingen in de gebouwinstallatie (bijv. stopcontacten of onderver-
delingen). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT lI voor het
meten aan elektrische apparaten).
CAT IV
Meetcategorie IV voor metingen aan de bron van de laagspanningsinstallatie (bijv.
hoofdverdeling, huis-overdrachtspunten van het elektriciteitsbedrijf) en in het vrije veld.
Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën.
ALGEMENE AANWIJZINGEN BETREFFENDE BATTERIJEN
• Houd batterijen buiten bereik van kinderen.
• Laat batterijen niet onbeheerd liggen; het gevaar bestaat dat kinderen of huisdieren ze inslikken.
Raadpleeg in geval van inslikken onmiddellijk een arts.
• Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij contact met de huid bijtend letsel veroorzaken,
draag daarom in dat geval geschikte beschermende handschoenen.
• Sluit batterijen niet kort, demonteer ze niet en gooi ze niet in het vuur. Er bestaat explosiegevaar.
• L et bij het plaatsen van de batterijen op de juiste polariteit (plus/+ en min/-).

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

1313885