ResMed Stellar Serie Guide De L'utilisateur page 24

Immuniteitstest
Geleide RF
IEC 61000-4-6
Uitgestraalde RF
IEC 61000-4-3
Opmerkingen:
• UT is de spanning van de netvoeding voorafgaand aan de toepassing van het testniveau.
• Bij 80 MHz en 800 MHz wordt het hoogste frequentiebereik toegepast.
• Deze richtlijnen gelden mogelijk niet voor alle situaties. Elektromagnetische overdracht wordt
beïnvloed door absorptie en weerkaatsing van structuren, objecten en personen.
a De veldsterktes van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefoons (mobiel/draadloos), landmobiele
radio's, amateurradiostations, AM- en FM-radiostations en tv-zenders, kunnen theoretisch niet nauwkeurig
worden voorspeld. Overweeg de elektromagnetische locatie te onderzoeken als u de elektromagnetische
omgeving door vaste RF-zenders wilt beoordelen. Indien de gemeten veldsterkte op de locatie waarop het
apparaat wordt gebruikt het bovenstaande van toepassing zijnde RF-nalevingsniveau overstijgt, moet het apparaat
worden gecontroleerd om een normale werking te verifiëren. Aanvullende maatregelen, zoals het heroriënteren
of verplaatsen van het apparaat, kunnen nodig zijn indien er een ongewone werking wordt waargenomen.
b Over het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moeten veldsterktes minder dan 3 V/m zijn.
24
IEC 60601-1-2-testniveau
3 Vrms
150 kHz tot 80 MHz
6 Vrms
in ISM-banden tussen
150 kHz en 80 MHz
3 V/m
80 MHz tot 2,5 GHz
(professionele
gezondheidszorg)
10 V/m
80 MHz tot 2,7 GHz
(thuiszorg)
Nalevingsniveau
3 Vrms
150 kHz tot 80 MHz
6 Vrms
in ISM-banden tussen
150 kHz en 80 MHz
3 V/m
80 MHz tot 2,5 GHz
(professionele
gezondheidszorg)
10 V/m
80 MHz tot 2,7 GHz
(thuiszorg)
Elektromagnetische
omgeving – richtlijnen
Draagbare en mobiele
RF-communicatieapparatuur mag
zich niet dichter bij enig onderdeel
van het apparaat (inclusief de
kabels) bevinden dan de aanbevolen
afstand die kan worden berekend
met de formule die van toepassing
is op de frequentie van de zender.
Aanbevolen tussenafstand:
d = 0,35 √P buiten ISM-banden
d = 1,2 √P binnen ISM-banden
d = 1,2 √P, 80 MHz tot 800 MHz
d = 2,3 √P, 800 MHz tot 2,5 GHz
waar P het maximale
uitgangsvermogen van de zender in
watt (W) is volgens de specificatie
van de fabrikant van de zender en d
de aanbevolen afstand in meters (m).
Veldsterktes van vaste
RF-zenders, zoals vastgesteld
door een elektromagnetisch
locatieonderzoek, moeten lager zijn
a
dan het nalevingsniveau van ieder
frequentiebereik.
b
Er kan interferentie optreden in de
buurt van apparatuur die is voorzien
van het volgende symbool: