•
EERSTE GEBRUIK VAN DE OVEN – volg deze instructies:
Richt de binnenkant van de oven in zoals beschreven in het
–
hoofdstuk 'REINIGING EN ONDERHOUD'.
Zet de lege oven op de maximumstand om vet van de
–
verwarmingselementen te verwijderen.
Koppel het toestel los van de elektriciteit, laat de oven afkoelen
–
en reinig de binnenkant met een doek, water en een neutraal
reinigingsmiddel; droog daarna goed af.
•
OPGELET: Gebruik geen ruwe schuurmiddelen of scherpe
metalen schrapers om het glas van de ovendeur te reinigen,
aangezien deze krassen op het oppervlak kunnen veroorzaken
waardoor het glas kan barsten.
•
Breng geen aluminiumfolie aan op de wanden van de oven.
Plaats bakplaten of de druipplaat niet op de bodem van de oven.
•
BRANDGEVAAR! Bewaar geen ontvlambaar materiaal in de
oven of in de opslagruimte.
•
Gebruik altijd ovenwanten om schotels en bakplaten uit de hete
oven te halen.
•
Hang geen handdoeken, theedoeken of andere voorwerpen aan
het toestel of aan de handgreep – dat kan brandgevaar opleveren.
•
Reinig de oven regelmatig en zorg ervoor dat er zich geen vet of
olie verzamelt op de bodem van de oven of van de druipplaat.
Verwijder gemorste resten meteen.
•
Sta niet op het fornuis of op de geopende ovendeur.
•
Ga even achteruit wanneer u de ovendeur opent, zodat stoom en
hete lucht kunnen ontsnappen vooraleer u het voedsel eruit haalt.
•
VEILIG OMGAAN MET VOEDSEL: Laat het voedsel voor en na
het koken zo kort mogelijk in de oven. Op die manier vermijdt u
verontreiniging door organismen, die voedselvergiftiging kunnen
veroorzaken. Let hier vooral voor op bij warm weer.
•
WAARSCHUWING: Til het fornuis NIET op met de handgreep.
•
WAARSCHUWING: Houd altijd toezicht op het kookproces.
Ook tijdens korte bereidingen dient continue toezicht te worden
gehouden.
7